STL Logistics B.V./Intertrans Nederland B.V. c.s.

Werknemer is van 8 november 2010 tot 1 mei 2014 bij STL in dienst geweest in de functie van commercieel expediteur. Werknemer is per 1 mei 2014 bij Intertrans in dienst getreden. Zowel STL als Intertrans zijn expediteur. STL stelt dat werknemer in strijd handelt met het relatiebeding en dat Intertrans onrechtmatig jegens STL handelt door hiervan te profiteren.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vooropgesteld wordt dat op een relatiebeding artikel 7:653 BW van toepassing is. Gebleken is dat werknemer de arbeidsovereenkomst waar het relatiebeding deel van uitmaakt, niet ondertekend heeft. Nu ook anderszins niet gebleken is dat werknemer door ondertekening akkoord is gegaan met het relatiebeding, wordt er in de onderhavige procedure van uitgegaan dat geen sprake is van een ondertekend relatiebeding. Dat werknemer een ongedateerde brief wel ondertekend heeft (waarin wordt vermeld dat het concurrentie- en relatiebeding onverminderd van kracht blijven), maakt dit oordeel niet anders. In deze brief is het relatiebeding zelf immers niet opgenomen, noch is een document bijgevoegd waarin het relatiebeding is opgenomen en waarnaar wordt verwezen en evenmin is (rechtstreeks) verwezen naar een (ander) document waarin het relatiebeding is opgenomen. Aan het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:653 BW is niet voldaan. Aangezien een relatiebeding de vrijheid van een werknemer in aanzienlijke mate kan beperken, worden er relatief zware eisen gesteld aan het rechtsgeldig overeenkomen van een dergelijk beding tussen werkgever en werknemer. Daar het schriftelijkheidsvereiste als waarborg dient dat de werknemer de consequenties van het voor hem bezwarende beding goed overwogen heeft en een bewuste en doordachte afweging van alle voor- en nadelen heeft gemaakt, voordat hij een dergelijk beding overeenkwam, is tevens vereist dat de werknemer het relatiebeding of een stuk waarin verwezen wordt naar een bijgevoegd relatiebeding ondertekend heeft, zelfs als vaststaat dat het relatiebeding aan de werknemer is verstrekt, dat de werknemer er kennis van genomen heeft en er mondeling mee akkoord gegaan is. Nu werknemer evenmin in de ongedateerde brief uitdrukkelijk verklaart dat hij met het relatiebeding instemt en daarvoor tekent, kan op voorhand niet van een schriftelijke instemming met het relatiebeding zoals weergegeven in de arbeidsovereenkomst worden uitgegaan. Volgt afwijzing van de vorderingen van STL.