Rechtspraak
werkgeefster/werknemerRechtbank Noord-Holland, 19 augustus 2015
werkgeefster/werknemer
Werknemer is sinds 1 september 2011 in dienst van werkgeefster. Laatstelijk is hij werkzaam in de functie van Infrastructure Engineer. In de ondertekende amortisatieovereenkomst is een terugbetalingsregeling voor studiekosten opgenomen. Werknemer is op 24 juni 2014 op staande voet ontslagen wegens het declareren van kosten voor overnachtingen op basis van nagemaakte facturen. De arbeidsovereenkomst is voorwaardelijk ontbonden zonder toekenning van een vergoeding. De vorderingen van werknemer in kort geding zijn afgewezen. Werkgeefster vordert betaling van ruim € 27.000 wegens het declareren van valse facturen voor hotelovernachtingen en maaltijden, studiekosten en onderzoekskosten. In reconventie vordert werknemer loon over de periode 24 juni 2014 tot en met 15 november 2014.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft niet, althans onvoldoende gemotiveerd weersproken, dat de hotelfacturen valselijk zijn opgemaakt zodat dit is komen vast te staan. Niet kan worden vastgesteld dat hij daadwerkelijk op de betreffende data in het hotel heeft overnacht noch dat hij daar maaltijden heeft genoten. Werknemer heeft deze facturen derhalve ten onrechte gedeclareerd. De vordering van werkgeefster ad € 12.172 wordt toegewezen. Ten aanzien van de bonnen van maaltijden wordt overwogen dat niet geloofwaardig is dat werknemer telkens maaltijden van € 20 heeft genoten. Werknemer heeft ten onrechte maaltijdbonnen gedeclareerd, zodat het gevorderde bedrag van € 3.835,40 wordt toegewezen. Ten aanzien van de studiekosten wordt overwogen dat werknemer het verweer dat hij zijn opleiding moest onderbreken, omdat hij met spoed aan het werk moest, op geen enkele wijze heeft onderbouwd. Op grond van de amortisatieovereenkomst is werknemer gehouden tot terugbetaling van 30% van de gemaakte studiekosten (€ 1.542,30). Ten aanzien van de gevorderde onderzoekskosten heeft werkgeefster niet aan haar stelplicht voldaan, zodat dit deel van de vordering wordt afgewezen. Wel dient werknemer het teveel betaalde loon over de periode 25 tot en met 30 juni 2014 terug te betalen. De door werknemer in reconventie gevorderde betaling van achterstallig loon wordt afgewezen. Werkgeefster is na het ontslag op staande voet niet gehouden tot salarisbetaling. Ten aanzien van de door werknemer gevorderde betaling van vakantiedagen, overuren, onregelmatigheidstoeslag en onderzoekskosten heeft hij niet voldaan aan zijn stelplicht, zodat deze vorderingen worden afgewezen.