Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 8 oktober 2015
ECLI:NL:RBROT:2015:7105

werknemer/werkgeefster

Ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid naar voorlopig oordeel niet kennelijk onredelijk. Dat er ten tijde van de opzegging passende functies waren, kan niet met voldoende zekerheid worden aangenomen.

Werknemer is sinds 2002 in dienst in de functie van tankvrachtwagenchauffeur. Op of omstreeks 9 mei 2011 is hij arbeidsongeschikt geworden door een beknelde zenuw in zijn nek. Terugkeer in zijn functie van tankvrachtwagenchauffeur is voor werknemer niet mogelijk. Aan werkgeefster is door het UWV een loonsanctie opgelegd, omdat niet aan de re-integratieverplichtingen is voldaan. Werkgeefster heeft de arbeidsovereenkomst tegen 31 december 2014 opgezegd. Werknemer stelt dat de opzegging kennelijk onredelijk is. Hij vordert wedertewerkstelling in (passende) werkzaamheden die passen en aansluiten bij zijn beperkingen.

De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Werkgeefster bestrijdt de standpunten van de partijdeskundige van werknemer, die afwijken van de bevindingen van de arbeidsdeskundige waarop het UWV haar beslissing heeft gebaseerd, en bestrijdt tevens dat de door werknemer opgesomde taken een passende functie voor werknemer binnen haar bedrijf kunnen opleveren. Dat de kantonrechter meer waarde zal hechten aan de standpunten van de partijdeskundige van werknemer dan de daarmee afwijkende standpunten van de arbeidsdeskundige waarop het UWV haar beslissing heeft gebaseerd, is niet evident. Voorts komt op grond van hetgeen werknemer ter zitting zelf verklaard heeft over het risico van uitval vanwege hevige pijnklachten, welk risico zich in de werkzaamheden die hij als docent heeft verricht blijkbaar enkele malen verwezenlijkt heeft, een aantal van de hem opgesomde mogelijke taken binnen het bedrijf van werkgeefster, zoals het geven van interne (veiligheids)opleidingen en nascholing van chauffeurs, naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet passend voor. Dat de kantonrechter tot het oordeel zal komen dat ten tijde van de opzegging er bij werkgeefster wel passende functies voor werknemer waren, althans gecreëerd konden worden, kan derhalve niet met voldoende zekerheid worden aangenomen. De enkele omstandigheid dat een werknemer na een langdurig dienstverband wegens arbeidsongeschiktheid is ontslagen, levert op zichzelf beschouwd geen kennelijke onredelijke opzegging van de arbeidsovereenkomst op. Voorts staat vast dat werkgeefster de opleiding van werknemer tot rijinstructeur heeft bekostigd. In dit licht bezien is niet evident dat de kantonrechter het standpunt van werknemer dat zijn belang bij het behouden van zijn dienstbetrekking dient te prevaleren boven het belang van werkgeefster bij opzegging daarvan zal volgen. Volgt afwijzing van de vorderingen.