werkneemster/Stichting Rivierenduinen

Werkneemster is sinds 2000 in dienst van Rivierenduinen als psychiater. In de loop van 2014 is een conflict ontstaan, waarbij ook een andere collega is betrokken. Na klachten over het functioneren van werkneemster is zij op non-actief gesteld. Werkneemster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst (art. 7:685 (oud) BW). Zij stelt dat de arbeidsrelatie tussen haar en Rivierenduinen in de afgelopen drie maanden duurzaam en onherstelbaar verstoord is geraakt. Rivierenduinen heeft overhaast gehandeld en haar eigen tekortkomingen niet willen bespreken. Werkneemster heeft niet meer gedaan dan op een constructieve wijze bezwaar maken tegen onterechte maatregelen alsook gebrekkige communicatie. Werkneemster had recht op terugkeer in haar oude functie, maar dit is haar geweigerd. Zij verzoekt een vergoeding met C=2 toe te kennen. Rivierenduinen heeft als verweer aangevoerd dat er geen aanleiding is de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Aangezien het verzoek voor 1 juli 2015 is ingediend, is het recht dat voor deze datum gold op het onderhavige verzoek van toepassing. Het enkele feit dat werkneemster vasthoudt aan een beëindiging, is voldoende om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Het ontbindingsverzoek wordt toegewezen. Aan werkneemster wordt een vergoeding toegekend met C=1 (€ 82.058,36). Beide partijen kan een verwijt worden gemaakt van de thans ontstane situatie. Rivierenduinen van een op zijn minst onhandige aanpak van de problemen, waardoor de arbeidsrelatie (steeds verder) onder druk kwam te staan, en werkneemster door, onder protest, wel lange tijd met Rivierenduinen mee te buigen, maar uiteindelijk op het allerlaatst af te haken. Bij de beoordeling van de vergoeding weegt verder mee dat werkneemster weliswaar inmiddels 56 jaar is, maar dat zij zeker niet kansloos moet worden geacht op de arbeidsmarkt, zoals Rivierenduinen onderbouwd naar voren heeft gebracht.