Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg/Transportbedrijf
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 8 december 2015
ECLI:NL:GHARL:2015:9286

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg/Transportbedrijf

Berekeningsmethode Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg met betrekking tot werknemers met loonsubsidie. Loonsverlaging niet aannemelijk.

In de onderhavige zaak staat de berekeningsmethode van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg centraal. Volgens het Transportbedrijf zijn niet alle werknemers op de loonlijst ook premieplichtig. Een tweetal werknemers was werkzaam via UWV, die het loon betaalde en derhalve premieplichtig is. Het hof constateert dat partijen een verschillende status toekennen aan productie 19 bij memorie van grieven. Op die lijst staat bij de namen van de werknemers hun functieloon op fulltime basis inclusief vakantiegeld, en in een andere kolom staat het parttimepercentage. Stichting Bpf Beroepsvervoer noemt deze lijst ‘de door Transportbedrijf aangeleverde loongegevens’ waarop de Stichting de verschuldigde premies baseert. Transportbedrijf duidt de lijst aan als ‘een afschrift van het personeelsbestand’, waarmee zij kennelijk bedoelt te zeggen dat de daarop vermelde loongegevens niet de werkelijk betaalde lonen hoeven te zijn. Transportbedrijf heeft in deze procedure geen - binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar ook aan Stichting Bpf Beroepsvervoer toegestuurde - lijst overgelegd met daadwerkelijk over 2009 door haar uitbetaalde lonen. Naar het oordeel van het hof eist Stichting Bpf Beroepsvervoer terecht dat Transportbedrijf haar stelling met betrekking tot de vrijstelling van premieafdracht ten behoeve van X en Y onderbouwt met beschikkingen van het UWV waar dat uit blijkt. Op dit punt vindt aanhouding van de zaak plaats voor nadere bewijsvoering.

De Stichting is niet concreet ingegaan op de wens van Transportbedrijf om alsnog uit te gaan van een salarisverlaging van 8% over de lonen in 2009. Naar het oordeel van het hof is voor zo’n handelwijze ook geen plaats. Transportbedrijf dient immers premie te betalen over het aan de werknemers verschuldigde loon en zij kan dat loon niet eenzijdig wijzigen. Gesteld noch gebleken is dat de werknemers in 2009 goed zijn voorgelicht over de consequenties van het afzien van vakantietoeslag en hebben ingestemd met de (administratieve) verlaging van hun salaris en de daaraan gekoppelde pensioenafdracht.