Naar boven ↑

Rechtspraak

Diesel Benelux B.V./ondernemingsraad van Diesel Benelux B.V.
Rechtbank Amsterdam, 12 januari 2016

Diesel Benelux B.V./ondernemingsraad van Diesel Benelux B.V.

Geen toestemming kantonrechter in de zin van artikel 27 lid 4 WOR. Terecht beroep OR op nietigheid besluit tot wijziging Incentive Regeling. Belang van Diesel Benelux voor wijziging van de regeling niet groter dan belang OR om ongewijzigde voortzetting te wensen.

Diesel is een bedrijf dat wereldwijd kleding, schoenen en accessoires produceert en verkoopt. Diesel Benelux B.V. (hierna: Diesel Benelux) is de Nederlandse verkooporganisatie en is onderdeel van de Diesel Group, gevestigd te Italië. Bij e-mail van 2 februari 2015 is de ondernemingsraad van Diesel Benelux B.V. (hierna: de OR) door Diesel Benelux geïnformeerd over de introductie van een nieuw ‘Incentive Plan 2015’ (hierna: de Incentive Regeling), in navolging van richtlijnen van moederonderneming OTB Group. Bij brief van 3 juni 2015 is door Diesel Benelux aan de OR onder meer medegedeeld dat 2015 een verliesgevend jaar zal zijn, dat die trend zich in negatieve zin voort zal zetten en dat mede om die reden de nieuwe Incentive Regeling doorgevoerd zal worden. Als reactie daarop heeft de OR aan Diesel Benelux laten weten niet geheel positief tegenover de nieuwe Incentive Regeling te staan. Daartoe uitgenodigd heeft de OR in een brief van 20 augustus 2015 vijf bezwaren tegen het voorstel van Diesel Benelux benoemd en tevens een tegenvoorstel gedaan. Bij brief van 31 augustus 2015 heeft Diesel Benelux aan de OR medegedeeld dat zij de nieuwe Incentive Regeling heeft doorgevoerd. In de brief is onder meer opgenomen dat de belangrijkste doelen vanuit de OTB Group zijn (1) gelijke benadering binnen alle bedrijven van de OTB Group en (2) de wens om, indien de resultaten onvoldoende zijn, 50% van het gebudgetteerde resultaat te besparen op incentive kosten om te voorkomen dat ingrijpendere maatregelen, onder meer in de sfeer van personeelsreductie, genomen dienen te worden. Op 22 september 2015 heeft de OR een beroep gedaan op de nietigheid van het besluit tot invoering van de Incentive Regeling, nu daartoe de vereiste instemming niet is gegeven. Diesel Benelux verzoekt de kantonrechter om per de eerst mogelijke datum toestemming ex artikel 27 lid 4 WOR te verlenen om het besluit tot wijziging van de Incentive Regeling te nemen.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het belangrijkste door Diesel Benelux aangevoerde argument heeft vooral betrekking op de door de Diesel Group gevoelde noodzaak van harmonisatie van de Incentive Regeling wereldwijd. Dat Diesel Benelux zelf een dergelijke noodzaak voelt is door haar niet betoogd en is ook uit de eerder door haar gevoerde correspondentie niet af te leiden. Ook is niet aannemelijk geworden dat een eventueel niet doorvoeren van de door de Diesel Group gewenste harmonisatie nadelige gevolgen voor Diesel Benelux zal hebben. Dat de OR niet akkoord is gegaan met deze wens tot harmonisatie maakt haar weigering daarmee niet onredelijk. Ook is niet aannemelijk geworden dat het belang van Diesel Benelux bij wijziging van de Incentive Regeling groter is dan het belang van de OR om ongewijzigde voortzetting te wensen. Vast staat immers dat de nieuwe regeling per saldo een verslechtering inhoudt van de arbeidsvoorwaarden en gevolgen met zich kan brengen ten aanzien van de motivatie van werknemers. Ook de door Diesel Benelux genoemde kostenbesparing maakt de weigering van de OR niet onredelijk. Dat voornoemde kostenbesparing noodzakelijk is, is door Diesel Benelux onvoldoende naar voren gebracht. Daarbij komt dat een toelichting op eventuele alternatieven voor kostenbesparingen, die voor de werknemers minder ingrijpend zijn, door Diesel Benelux niet zijn gegeven. Ook de gevolgen voor arbeidsplaatsen indien de nieuwe regeling niet zou doorgaan is door Diesel Benelux op geen enkele wijze onderbouwd. Dat Diesel Benelux zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen ex artikel 27 lid 4 WOR heeft voor de wijziging van de Incentive Regeling is dan ook niet aannemelijk geworden. Volgt afwijzing van het verzoek van Diesel Benelux.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 12-01-2016
  • Roepnaam: Diesel Benelux B.V./ondernemingsraad van Diesel Benelux B.V.
  • Zaaknummer: 4506712 EA VERZ 15-1050
  • Nummer: AR-2016-0041
  • Onderwerpen: Instemmingsrecht (27 WOR)
  • Trefwoorden: toestemming kantonrechter, artikel 27 lid 4 WOR, ondernemingsraad, nietigheid en wijziging incentive regeling