Rechtspraak
werknemer/werkgeverRechtbank Zeeland-West-Brabant, 18 december 2015
werknemer/werkgever
Tussen werkgever en werknemer is in geschil of werknemer recht heeft op uitbetaling van een bonus. In het tussenvonnis is geoordeeld dat werkgever op verschillende onderdelen jegens werknemer tekort is geschoten in de nakoming van de arbeidsovereenkomst, welke tekortkomingen gevolgen hebben gehad voor het ontstaan van en de hoogte van een eventuele bonus. Werknemer was in enige mate beperkt in zijn mogelijkheden om te handelen als gevolg van enerzijds ontoereikende administratieve en boekhoudkundige systemen en anderzijds omdat hij onvoldoende middelen ter beschikking had om te handelen. De hoogte van de als gevolg hiervan door werknemer geleden schade zal ex aequo et bono geschat worden. Voorts zou de bonus van werknemer gebaseerd worden op de resultaten van een ‘Interest Rate and Forex Trading Book’. Werkgever heeft in strijd met artikel 6 van de arbeidsovereenkomst geen Interest Rate and Forex Trading Book ingesteld, als gevolg waarvan mogelijk een correct overzicht van de bonusgevende transacties ontbreekt. Werknemer is ten aanzien van deze laatste tekortkoming in de gelegenheid gesteld een onderbouwing te geven van zijn recht op een bonus aan de hand van de door hem verrichte bonusgevende transacties, zodat het eventuele recht op een bonus alsnog berekend kan worden. Werkgever is op grond van artikel 7:619 lid 1 BW veroordeeld de daarvoor benodigde informatie aan werknemer ter beschikking te stellen.
De kantonrechter gaat uitgebreid in op de afzonderlijke transacties die volgens werknemer aan het bonusgevende resultaat ten grondslag liggen. Geoordeeld wordt dat de bonus over het boekjaar 2011 op USD 64.598,20 uitkomt. Over boekjaar 2012 wordt de bonus begroot op USD 174.251,55. Nu in Nederland wordt geprocedeerd, is werknemer op grond van artikel 6:123 lid 1 BW bevoegd betaling in euro’s te vorderen. Daarbij dient echter op grond van artikel 6:124 BW de koers van de dag van betaling gehanteerd te worden. Werknemer heeft de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW van 50% gevorderd over de toe te wijzen bedragen. De betalingen op grond van artikel 6 van de arbeidsovereenkomst (de bonus over de boekjaren 2011 en 2012) zijn afhankelijk van door werknemer verrichte arbeid en kwalificeren daardoor als loon in de zin van artikel 7:624 BW, om welke reden werkgever hierover de wettelijke verhoging verschuldigd is. Dit bedrag zal gelet op de omstandigheden van het geval worden gematigd tot 10%. Het toewijsbare bedrag van € 25.000 betreft geen loon, maar is een schadevergoeding. Artikel 7:625 BW is hierop niet van toepassing, waardoor over dit bedrag geen wettelijke verhoging verschuldigd is. De wettelijke rente wordt toegewezen, met uitzondering van de over boekjaar 2012 verschuldigde bonus. Op 1 maart 2012 was het boekjaar 2012 immers nog niet voltooid, waardoor werkgever de bonus over dat jaar op dat moment nog niet verschuldigd kon zijn.