Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Beautiful Holland B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 22 februari 2016
ECLI:NL:RBDHA:2016:1743

werkneemster/Beautiful Holland B.V.

Ontslag op staande voet niet onverwijld gegeven. Zowel billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW als vergoeding ex artikel 7:672 lid 9 BW wegens onregelmatige opzegging verschuldigd.

Werkneemster is sinds 3 augustus 2015 in dienst bij Beautiful Holland B.V. (hierna: Beautiful Holland). De arbeidsovereenkomst tussen partijen is aangegaan voor de duur van zeven maanden en eindigt derhalve op 3 maart 2016. Beautiful Holland en werkneemster hebben in oktober 2015 twee gesprekken gevoerd over de door werkneemster verrichte werkzaamheden. Werkneemster heeft zich vervolgens op 23 oktober 2015 ziek gemeld. Op 11 november 2015 heeft een gesprek plaatsgevonden met de bedrijfsarts, waarna de bedrijfsarts heeft geconstateerd dat de klachten in directe relatie staan met een conflictsituatie op het werk en dat werkneemster als volledig belastbaar kan worden beschouwd. Op 16 november 2015 heeft Beautiful Holland werkneemster een brief gestuurd, waarin zij aangeeft dat werkneemster werkweigering ondergaat en 22 oktober 2015 als haar laatste werkdag wordt beschouwd. Per brief van 3 december 2015 heeft werkneemster zich beschikbaar gehouden voor de bedongen arbeid. Beautiful Holland heeft per brief van 4 december 2015 aangegeven dat werkneemster zich na een wijzing op haar fouten ziek heeft gemeld, dat zij vervolgens geweigerd heeft haar werk verder uit te voeren en dat zij om die reden op 23 oktober 2015 op staande voet is ontslagen. Op 17 december 2015 is werkneemster in het kader van een deskundigenoordeel gezien door de verzekeringsarts van het UWV, die concludeerde dat werkneemster op 23 oktober 2015 arbeidsongeschikt was. Werkneemster verzoekt Beautiful Holland te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ex artikel 7:681 lid 1 BW, alsmede een vergoeding ex artikel 7:672 lid 9 BW wegens de onregelmatige opzegging.

De kantonrechter oordeelt als volgt met betrekking tot het ontslag op staande voet. In de brief van 4 december 2015 heeft Beautiful Holland voor het eerst expliciet aangegeven dat zij werkneemster op staande voet heeft ontslagen. Beoordeeld dient te worden of dit ontslag op staande voet in rechte stand houdt. Deze vraag wordt ontkennend beantwoord. Het gegeven ontslag op staande voet kan alleen al niet in stand blijven vanwege het feit dat gesteld noch gebleken is dat het ontslag onverwijld is gegeven. Tevens is het ontslag en de daaraan ten grondslag liggende reden niet onverwijld aan werkneemster medegedeeld.

Met betrekking tot de verzochte vergoedingen oordeelt de kantonrechter als volgt. Gelet op de wetsgeschiedenis is ook in het kader van artikel 7:681 lid 1 onderdeel a BW voor toekenning van een billijke vergoeding ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever vereist, maar is in een geval als bedoeld in dat artikel reeds invulling gegeven aan de ernstige verwijtbaarheid indien de werkgever de voor een rechtsgeldig ontslag geldende voorschriften niet heeft nageleefd en in strijd met artikel 7:671 BW heeft opgezegd. Het verzoek om aan werkneemster een billijke vergoeding toe te kennen is in dit geval dan ook toewijsbaar. Werkneemster heeft verzocht haar een billijke vergoeding van € 17.500 toe te kennen. De hoogte van dit bedrag is door Beautiful Holland niet gemotiveerd besproken en komt de kantonrechter in de gegeven omstandigheden niet onredelijk voor, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. Ook de vergoeding ex artikel 7:672 lid 9 BW wordt toegewezen. Beautiful Holland had de overeenkomst eerst per 1 februari 2016 kunnen opzeggen. De gevorderde vergoeding in de zin van het loon vanaf 4 december 2015 tot en met januari 2016 wordt dan ook toegewezen. Ten overvloede overweegt de kantonrechter dat de billijke vergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging naast elkaar kunnen worden toegewezen, nu deze verzochte vergoedingen berusten op twee verschillende gronden.