Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Enschede), 18 maart 2016
ECLI:NL:RBOVE:2016:939
werknemer/Gymnastiekvereniging Quick-Oldenzaal
Werknemer is in dienst van Quick Gym als leider. Het bruto uurloon bedraagt € 14,80. Werknemer heeft zijn werkzaamheden (o.a. het verzorgen van trainingen) met name gegeven binnen de turnafdeling op basis van een werkweek van 6 uren. Op 1 juni 2015 heeft Quick Gym het dienstverband opgezegd zonder toestemming van het UWV. De kantonrechter heeft bij vonnis in kort geding d.d. 27 augustus 2015 geoordeeld dat de opzegging niet rechtsgeldig was en dat Quick Gym gehouden was om werknemer weer toe te laten op zijn werkplek met alle daarbij behorende bevoegdheden op straffe van een dwangsom. Vervolgens heeft tussen partijen correspondentie plaatsgevonden over de wedertewerkstelling. Op 28 oktober 2015 is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer heeft herhaaldelijk geweigerd zijn werkzaamheden te hervatten, aldus Quick Gym. Dit wordt door werknemer betwist. Hij voert aan dat Quick Gym hem steeds in een andere dan wel aangepaste functie aan het werk heeft willen stellen, daar waar het kort geding vonnis duidelijk was. Nu een voortzetting van het dienstverband niet wenselijk is, maakt werknemer ex artikel 7:681 lid 1 BW aanspraak op een billijke vergoeding, een transitievergoeding, een immateriële schadevergoeding en een vergoeding voor de periode dat de arbeidsovereenkomst bij een rechtsgeldige opzegging had behoren voort te duren. Quick Gym heeft een zelfstandig tegenverzoek ingediend. Zij verzoekt onder meer voor recht te verklaren dat werknemer op onrechtmatige wijze dwangsommen heeft geïncasseerd en voor recht te verklaren dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de correspondentie tussen partijen wordt door Quick Gym telkens aangegeven dat zij bereid is om werknemer tot zijn werkplek toe te laten met alle bevoegdheden die daarbij horen, maar uit die correspondentie komt ook duidelijk naar voren dat Quick Gym nimmer de daad bij het woord heeft gevoegd en dat van een daadwerkelijke toelating van werknemer tot zijn feitelijke functie van hoofdtrainer geen moment sprake is geweest. Van werkweigering door werknemer en een dringende reden was geen sprake. De opzegging van Quick Gym is derhalve in strijd met artikel 7:671 BW hetgeen, de kantonrechter kan het niet anders kwalificeren, een (ernstig) verwijtbaar handelen oplevert. De billijke vergoeding wordt vastgesteld op een bedrag van € 8.000, waarbij in aanmerking wordt genomen dat partijen tot een minnelijke regeling zijn gekomen waarbij dit bedrag door Quick Gym als billijke vergoeding zou worden betaald in acht maandelijkse termijnen onder de voorwaarde dat dit bedrag kon worden betaald uit de beschikbare financiële middelen. Zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom Quick Gym niet in staat zou zijn dit bedrag te betalen. Ook wordt de transitievergoeding € 577,20 bruto en de vergoeding ex artikel 7:672 lid 9 BW toegekend (€ 384,80 bruto). Voor toekenning van een immateriële schadevergoeding is, naast de billijke vergoeding, geen ruimte.
Quick Gym wordt niet-ontvankelijk verklaard in het zelfstandig tegenverzoek. Met de invoering van de WWZ is ook artikel 7:686a BW in werking getreden. Lid 4 onderdeel a onder 2 van dit artikel bepaalt dat de vervaltermijn van de bevoegdheid om een verzoek bij de kantonrechter in te dienen twee maanden is na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Een zelfstandig tegenverzoek is aan te merken als een dergelijk verzoek als bedoeld in artikel 7:686a BW. De kantonrechter is gehouden deze vervaltermijn ambtshalve te toetsen. Het ontslag op staande voet is gegeven op 28 oktober 2015 en dat betekent dat met inachtneming van de vervaltermijn, het verzoek van Quick Gym op 29 december 2015 ter griffie had moeten zijn ingediend. Geconstateerd wordt dat het verzoek niet eerder dan op 25 januari 2016 binnen is gekomen, zodat er sprake is van een overschrijding van de termijn als bedoeld in artikel 7:686a lid 4 onderdeel a onder 2 BW.