Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Nihao B.V.
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 29 maart 2016
ECLI:NL:RBDHA:2016:3228

werknemer/Nihao B.V.

Rechtsgeldig ontslag op staande voet. Werknemer heeft privézaken door werkgever laten betalen, hardnekkig geweigerd een overzicht te geven van de door hem benaderde klanten, geen volledige/deugdelijke administratie afgegeven/gevoerd, de niet-opeisbare lening teruggeboekt waardoor een opeisbare factuur niet betaald kon worden en schade is ontstaan.

Op 17 oktober 2013 heeft de heer ME - in overleg met werknemer - het bedrijf Nihao opgericht. VS Beheer B.V. - de persoonlijke holding van werknemer - is aandeelhouder van Nihao. Bij de oprichting is VS Beheer B.V. als bestuurder benoemd. In 2014 is werknemer in dienst getreden bij Nihao. Hij was de enige werknemer binnen het bedrijf en verrichtte alle voorkomende werkzaamheden. Op 9 november 2015 is VS Beheer B.V. als bestuurder ontslagen. Op 27 november 2015 is werknemer op staande voet ontslagen. Thans verzoekt werknemer het ontslag op staande voet te vernietigen en Nihao te veroordelen tot doorbetaling van loon. Nihao voert gemotiveerd verweer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het gaat in deze zaak allereerst om de vraag of het ontslag op staande voet moet worden vernietigd en of Nihao moet worden veroordeeld tot doorbetaling van loon c.a. Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet rechtsgeldig. Daartoe wordt het volgende overwogen. Werkgever heeft voor het ontslag op staande voet vijf ontslaggronden aangedragen. De eerste ontslaggrond luidt als volgt: werknemer heeft privézaken door Nihao laten betalen. De kantonrechter neemt als vaststaand aan dat Nihao pas in november 2015, derhalve kort na het ontslag van VS Beheer B.V., inzage kreeg in (een relevant deel van) de administratie. Derhalve gaat het argument van werknemer dat Nihao hem niet onverwijld heeft ontslagen, niet op. Verder is met de overgelegde, gespecificeerde facturen voldoende aangetoond dat werknemer privézaken door Nihao heeft laten betalen. Dit feit heeft te gelden als een dringende reden. De tweede ontslaggrond luidt als volgt: werknemer heeft de hogere, gerealiseerde verkoopprijs van de planten van Nihao aan zijn eigen BV laten uitbetalen. De kantonrechter stelt dat Nihao sinds begin 2015 op de hoogte was van deze gedraging van werknemer, zodat zij gezien het onverwijldheidsvereiste werknemer op grond van dit verwijt niet pas in november 2015 op staande voet had kunnen ontslaan. De derde ontslaggrond die werkgever heeft aangedragen luidt als volgt: werknemer heeft hardnekkig geweigerd om een overzicht te geven van de door hem in de afgelopen maanden benaderde klanten. Naar oordeel van de kantonrechter heeft werknemer bij herhaling zonder reden niet voldaan aan de redelijke opdracht van Nihao om de namen op te geven van de door hem recentelijk bezochte/benaderde klanten. Dit heeft te gelden als een dringende reden die ontslag op staande voet kan rechtvaardigen. De vierde ontslaggrond luidt: werknemer heeft niet de volledige administratie afgegeven of geen deugdelijke administratie gevoerd. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werknemer pas tijdens de mondelinge behandeling gesteld dat de boekhouder een deel van de administratie achterhoudt. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft werknemer niet voor een deugdelijke administratie gezorgd, wat zonder twijfel zijn verantwoordelijkheid was nu hij immers de enige werknemer binnen de onderneming was. Ook dit feit heeft te gelden als een dringende reden. De vijfde en de laatste ontslaggrond luidt: werknemer heeft de niet-opeisbare lening van VS Beheer B.V. teruggeboekt, waardoor een opeisbare factuur niet betaald kon worden en schade in de vorm van incassokosten is ontstaan. De kantonrechter stelt dat werknemer niet heeft weersproken dat door het terugboeken van het geleende bedrag liquiditeitsproblemen zijn ontstaan en vervolgens uitsluitend zijn eigen aanspraken op de onderneming heeft voldaan. Werknemer heeft aldus kennelijk slechts zijn eigen belang en niet het belang van de onderneming gediend. Ook dit feit heeft te gelden als een dringende reden. Gezien het vorenstaande concludeert de kantonrechter dat vier van de vijf aangevoerde ontslaggronden aangemerkt dienen te worden als dringende redenen die het ontslag op staande voet kunnen rechtvaardigen. Derhalve is het ontslag op staande voet rechtsgeldig. Het verzoek om vernietiging zal daarom worden afgewezen.