Rechtspraak
werkneemster/Logis.P B.V.Rechtbank Overijssel, 26 april 2016
werkneemster/Logis.P B.V.
Werkneemster is met ingang van 1 april 2012 voor bepaalde tijd in dienst getreden van Logis.P. De arbeidsovereenkomst is verlengd tot 1 oktober 2013. Werkneemster vordert voor recht te verklaren dat Logis.P onrechtmatig heeft gehandeld door in strijd met de gelijke behandeling van mannen en vrouwen de arbeidsovereenkomst van werkneemster na 1 oktober 2013 niet te verlengen. De reden van het niet verlengen was immers (uitsluitend) gelegen in haar zwangerschap. Werkneemster vordert betaling van € 21.000 aan materiële schade en € 10.000 aan immateriële schade. Logis.P beroep zich op verjaring en stelt dat er geen grondslag is voor een vordering uit hoofde van onrechtmatige daad.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Mede uit het Kuso-arrest (HvJ EU 12 september 2013, ECLI:EU:C:2013:544) wordt afgeleid dat het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst wegens zwangerschap niet gelijkgesteld kan worden aan het opzeggen van de arbeidsovereenkomst wegens zwangerschap. Dit brengt mee dat de sanctie van vernietiging van de opzegging niet aan de orde is. Voor zover het niet verlengen van een arbeidsovereenkomst zijn oorzaak vindt in de zwangerschap van een werknemer, levert dit een verboden onderscheid naar geslacht bij aanwerving op waarmee de werkgever onrechtmatig jegens de werknemer handelt (verwezen wordt naar Handelingen II 1978/79, p. 5811). Logis.P komt geen beroep toe op de vervaltermijn van artikel 7:647 lid 2 dan wel de verjaringstermijn van lid 3 (oud) BW. De gang van zaken doet naar het oordeel van de kantonrechter vermoeden dat de arbeidsovereenkomst niet is verlengd wegens de zwangerschap. Daartoe is het volgende redengevend. De arbeidstijd van werkneemster is gewijzigd van drie naar vier dagen. Niet in geschil is dat geen functionerings- en beoordelingsgesprekken hebben plaatsgevonden. Op 24 september 2013 zijn partijen met elkaar om de tafel gaan zitten om over het vervolg van de arbeidsovereenkomst te praten. Tijdens dit gesprek is de zwangerschap aan de orde gekomen en de duur van het verlof. Het gesprek is op 26 september 2013 voortgezet waarbij een andere directeur is aangeschoven en werkneemster is medegedeeld dat haar arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd omdat zij niet goed functioneerde. Het is aan Logis.P om te stellen en (zonodig) te bewijzen dat zij geen verboden onderscheid in de zin van de wet heeft gemaakt. Geoordeeld wordt dat Logis.P niet heeft voldaan aan haar stelplicht door te volstaan met enkele stellingen en deze niet nader in te kleuren. Derhalve wordt aangenomen dat de zwangerschap aan het niet verlengen van de arbeidsovereenkomst ten grondslag heeft gelegen. Logis.P heeft daardoor bij aanwerving een verboden onderscheid naar geslacht gemaakt, hetgeen onrechtmatig is jegens werkneemster.
Met betrekking tot de vaststelling van de schade (art. 6:97 BW) wordt de verwachte contractduur overeenkomstig de inschatting van werkneemster vastgesteld op vijf jaar. Bij gebreke van een andersluidende berekening van Logis.P volgt de kantonrechter de vergelijking die werkneemster heeft gemaakt tussen de verwachte inkomsten op basis van de verwachte contractduur bij Logis P. en het daadwerkelijk gegenereerde inkomen over die periode, resulterend in een bedrag van € 21.000 aan inkomensschade. Dit bedrag wordt toegewezen. Ten aanzien van de immateriële schadevergoeding wordt geoordeeld dat de aantasting van een zo fundamenteel recht als gelijke behandeling ook moet worden aangemerkt als een aantasting in de persoon die erkenning verdient in de vorm van een schadevergoeding als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onderdeel b BW. Bij de vaststelling van de hoogte van die vergoeding moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden van het geval. Onder verwijzing naar eerdere rechtspraak van de Nederlandse rechter over discriminatie en schending van andere fundamentele rechten, wordt de immateriële schadevergoeding vastgesteld op € 5.000. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen.