Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Gerechtshof Den Haag, 10 mei 2016

werknemer/werkgever

Relatiebeding benadeelt bedrijfsjurist onbillijk als het ziet op alle relaties van de werkgever (8000-10.000) terwijl werknemer slechts enkele relaties van de werkgever bedient.

Werknemer (geboren 1956) is op 1 april 2003 in dienst getreden van werkgever in de functie van senior bedrijfsjurist (salaris bedroeg EUR 7.125). Werkgever is een landelijke organisatie met 18 vestigingen en 750 medewerkers. Werknemer heeft bij indiensttreding een relatiebeding gesloten, inhoudende dat werknemer gedurende drie jaar na einde dienstverband verboden is in dienst te treden bij klanten van werkgever als bedrijfsjurist. Nadat werknemer in december 2013 eerst wegens arbeidsongeschiktheid is uitgevallen is de arbeidsovereenkomst per februari 2015 ontbonden wegens achterblijvende resultaten van werknemer onder toekenning van een vergoeding van EUR 203.115 aan werknemer (C=1). Werknemer heeft vervolgens vernietiging van het relatiebeding gevorderd. De kantonrechter heeft de duur van 36 maanden beperkt tot 24 maanden. In hoger beroep stelt werknemer zich onder meer op het standpunt dat het onredelijk is dat werkgever hem houdt aan het relatiebeding voor alle relaties (meer dan 10.000 relaties in Nederland) terwijl hij feitelijk voor maar 20 relaties werkzaam is geweest. De omstandigheid dat werkgever bereid is binnen 24 uur aan te geven als hij bij een bepaalde werkgever in dienst wil treden of deze werkgever op de lijst van relaties staat, brengt een voortdurende onzekerheid met zich, aldus werknemer.

Het hof oordeelt als volgt. De omvang van het klantenbestand vormt een belemmering voor de werknemer elders werkzaam te zijn. Nu het boetebeding ook effect sorteert indien een derde bij een klant van werkgever werkzaamheden verricht en op enigerlei wijze verbonden is met werknemer (bijv. een collega van werknemer bij zijn nieuwe werkgever die een relatie van zijn oude werkgever bedient), drukt het beding extra zwaar op werknemer. De belemmering is te meer aanwezig, nu werkgever niet bereid is een lijst met relaties te overleggen. Werkgever stelt dat de weigering hierin is gelegen dat zij haar bedrijfsdebiet (goodwill) wil beschermen. Het hof vernietigt het relatiebeding voor zover het op andere relaties betrekking heeft dan de relaties waarmee werknemer daadwerkelijk heeft gewerkt. Beperking van het relatiebeding tot maximaal 1 jaar verwerpt het hof. De verwijzing naar rechtspraak en het verworpen wetsvoorstel 28167 waarin een duur van 1 jaar was opgenomen, had betrekking op een concurrentiebeding en niet op een relatiebeding.

  • Instantie: Gerechtshof Den Haag
  • Datum uitspraak: 10-05-2016
  • Roepnaam: werknemer/werkgever
  • Zaaknummer: 200.182.338/01
  • Nummer: AR-2016-0499