Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Volendammer Schoonmaakbedrijf Succes B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 27 januari 2016
ECLI:NL:RBNHO:2016:4683

werkneemster/Volendammer Schoonmaakbedrijf Succes B.V.

Arbeidsongeval. Schending zorgplicht werkgever ex artikel 7:658 lid 1 jo. artikel 3.11 lid 4 Arbeidsomstandighedenbesluit leidt tot toewijzing verzoek in deelgeschilprocedure.

Werkneemster is op 21 juni 2011 bij Succes in dienst getreden als schoonmaakster. Op 30 juni 2011 is werkneemster een ongeval overkomen tijdens het verrichten van haar werkzaamheden voor Succes. Werkneemster is na het ongeval wegens ziekte uitgevallen voor haar werk en tot op heden arbeidsongeschikt gebleven. Thans verzoekt werkneemster voor recht te verklaren dat Succes als werkgever aansprakelijk is voor het arbeidsongeval en daarmee aansprakelijk is voor alle daaraan toe te rekenen schade van werkneemster. Succes voert gemotiveerd verweer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Op de zitting heeft Succes gezegd dat zij de door werkneemster gestelde toedracht van het ongeval op 30 juni 2011 niet (meer) betwist. Daarvan uitgaande neemt de kantonrechter als vaststaand aan dat het ongeval eruit bestaat dat werkneemster op 30 juni 2011 tijdens het verrichten van haar schoonmaakwerkzaamheden in een gebouw van de Universiteit van Amsterdam tegen een glazen wand is aangelopen, dat zij door de botsing met die wand onwel is geworden en (later) als gevolg van de botsing is flauwgevallen. Naar het oordeel van de kantonrechter is Succes op grond van artikel 7:658 lid 2 BW aansprakelijk voor het arbeidsongeval van werknemer op 30 juni 2011, op de volgende gronden. Als vaststaand kan worden aangenomen dat werkneemster in de uitoefening van haar werkzaamheden een ongeval is overkomen waardoor zij schade heeft geleden. Voorts heeft Succes haar zorgplicht als bedoeld in artikel 7:658 lid 1 BW geschonden, nu zij de locatie waarin de arbeid werd verricht niet op zodanige wijze heeft ingericht en niet alle maatregelen heeft getroffen als redelijkerwijs nodig was om te voorkomen dat werkneemster schade zou lijden in de uitoefening van haar werkzaamheden. Volgens artikel 3.11 lid 4 aanhef en onderdeel a Arbeidsomstandighedenbesluit moeten namelijk transparante of lichtdoorlatende wanden van arbeidsplaatsen, voor zover mogelijk in verband met de aard van de arbeidsplaats, duidelijk gemarkeerd zijn. Vast staat dat de glazen wand waar werkneemster tegenaan is gelopen, niet was voorzien van enige markering, in de vorm van bijvoorbeeld een sticker of een ander markeringsmiddel. Dit betekent dat Succes de verplichting uit het Arbeidsomstandighedenbesluit heeft geschonden. Dat het ongeval heeft plaatsgevonden in een gebouw van de Universiteit van Amsterdam en dat Succes geen zeggenschap heeft over dat gebouw en het aanbrengen van markeringen in een glazen wand in dat gebouw, zoals zij stelt, doet niet af aan de schending van de zorgplicht. Nu Succes als werkgever werkneemster schoonmaakwerkzaamheden heeft laten verrichten op de betreffende locatie en die locatie destijds een vast schoonmaakproject was van Succes, kon van haar gevergd worden dat zij vooraf een inventarisatie verrichtte van de aan die werkzaamheden verbonden veiligheidsrisico’s. Succes had op eenvoudige wijze de schending van het Arbeidsomstandighedenbesluit kunnen voorkomen en wegnemen, door in overleg met de Universiteit van Amsterdam markeringen op de glazen wand aan te (laten) brengen, temeer nu het hier gaat om een simpele en goedkope veiligheidsmaatregel. Succes heeft verder het standpunt ingenomen dat het treffen van veiligheidsmaatregelen ook niet van haar gevergd kon worden, omdat werkneemster bij een normale oplettendheid had moeten opvallen dat sprake was van een glazen wand, zeker nu zij al anderhalve week werkzaam was op de betreffende locatie. De kantonrechter deelt dit standpunt van Succes niet. Uitgangspunt is immers dat het de werkgever is die rekening moet houden met het algemene ervaringsfeit dat ook in het werk ervaren en met de desbetreffende werkomstandigheden bekende werknemers niet steeds de noodzakelijke voorzichtigheid in acht zullen nemen. Mede in het licht van de veiligheidsnorm van artikel 3.11 lid 4 van het Arbeidsomstandighedenbesluit moet worden aangenomen dat het aanbrengen van een markering op de glazen wand juist wel had voorkomen dat werkneemster daarmee in botsing was gekomen. De conclusie is dan ook dat Succes aansprakelijk is voor de schade van werkneemster als gevolg van het ongeval op 30 juni 2011. De gevraagde verklaring voor recht kan daarom worden toegewezen.