Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Amsterdam, 25 mei 2016

werkneemster/werkgever

Aanzegverplichting. Dat de exacte voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst zal worden voortgezet niet worden vermeld, maakt niet dat een aanzegvergoeding verschuldigd is. De sanctie van een maand salaris ziet immers alleen op onderdeel a van artikel 7:668 lid 1 BW.

Werkneemster is op 1 augustus 2014 voor de bepaalde tijd van 12 maanden bij werkgever in dienst getreden, laatstelijk in de functie van Account en Marketing Executive. De arbeidsovereenkomst is verlengd met zes maanden tot 31 januari 2016. In een e-mail van 8 december 2015 heeft werkgever onder meer aangegeven welke werkzaamheden werkneemster in de daaropvolgende periode zou gaan verrichten. Deze werkzaamheden verschilden van de werkzaamheden die zij daarvoor verrichtte. Op 29 januari 2016 hebben werkgever en werkneemster een akkoord bereikt, inhoudende dat de arbeidsovereenkomst nog eenmaal verlengd zou worden tot en met 30 april 2016 en dat werkneemster een dag per week vrij zou zijn om te kunnen solliciteren. Op 12 februari 2016 heeft werkneemster werkgever laten weten dat zij een aanbod heeft ontvangen van een andere werkgever. Op 24 februari 2016 heeft werkneemster de arbeidsovereenkomst (tussentijds) opgezegd per 7 maart 2016. Werkneemster stelt zich thans onder meer op het standpunt dat zij aanspraak maakt op een aanzegvergoeding ad € 2.700.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het partijdebat heeft zich toegespitst op de vraag of de e-mail van 8 december 2015 kan worden aangemerkt als een aanzegging in de zin van artikel 7:668 lid 1 BW. De kantonrechter beantwoordt die vraag bevestigend. De e-mail kan niet anders worden uitgelegd dan dat werkgever de arbeidsovereenkomst met werkneemster wil voortzetten. Er wordt immers gesproken over de wijze waarop invulling zal worden gegeven aan de functie van werkneemster gedurende het komende jaar. Dat de exacte voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst zal worden voortgezet niet worden vermeld, maakt niet dat een aanzegvergoeding verschuldigd is. De sanctie van een maand salaris zoals geformuleerd in lid 3 van artikel 7:668 BW ziet immers alleen op onderdeel a van artikel 7:668 lid 1 BW, het niet berichten over het al dan niet voortzetten en niet op onderdeel b, de voorwaarden waaronder kan worden voortgezet. De ratio daarachter is dat als de werkgever bij de aanzegging de voorwaarden niet vermeldt, de arbeidsovereenkomst wordt geacht te zijn voortgezet onder dezelfde voorwaarden. De kantonrechter is voorts van oordeel dat niet is gebleken dat werkgever de arbeidsovereenkomst heeft willen voortzetten op mindere voorwaarden. Dat werkgever de wens heeft geuit dat werkneemster zich ook bezig zou houden met ‘koude acquisitie’ maakt niet dat de arbeidsvoorwaarden van werkneemster minder zouden zijn dan voorheen. Niet is gebleken dat dergelijke werkzaamheden niet zouden passen bij de functie van Account en Marketing Executive. Werkneemster heeft aangegeven dat zij deze werkzaamheden niet leuk vindt en dat haar chemie met de vastgoedmarkt (de markt waarin werkgever actief is) daartoe onvoldoende is. Dat betekent evenwel niet dat het verrichten van ‘koude acquisitie’ niet een activiteit is die in redelijkheid van haar verwacht kan worden. Aldus neemt de kantonrechter als uitgangspunt dat werkgever de arbeidsovereenkomst op dezelfde arbeidsvoorwaarden wenste voort te zetten en heeft werkgever tijdig aan de aanzegverplichting voldaan. Volgt afwijzing van het verzoek van werkneemster. Ook het tegenverzoek van werkgever tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding omdat werkneemster de arbeidsovereenkomst tussentijds heeft opgezegd wordt afgewezen. Werkgever heeft ter zitting verklaard dat het verzoek een reactie is op de aanspraak van werkneemster op de aanzegvergoeding en dat werkgever dit verzoek anders nooit zou hebben ingesteld. Voorts geldt dat de door partijen overeengekomen laatste verlenging van de arbeidsovereenkomst ten doel had werkneemster in staat te stellen ander werk te zoeken. Toen werkneemster ander werk had gevonden heeft werkgever ingestemd met een voortijdige beëindiging. Van een onregelmatige opzegging is dan ook geen sprake.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 25-05-2016
  • Roepnaam: werkneemster/werkgever
  • Zaaknummer: 4968516 EA VERZ 16-387
  • Nummer: AR-2016-0608