Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Meeus Transport B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 1 juni 2016

werknemer/Meeus Transport B.V.

Dat een arbeidsovereenkomst met een andere werkgever is gesloten in het kader van vervangende werkzaamheden staat niet in de weg aan het onverkort voortduren van de arbeidsovereenkomst met werkgever. Werknemer heeft nimmer met het einde van die arbeidsovereenkomst ingestemd.

Werknemer is op 3 september 2007 in dienst getreden bij Meeus Transport B.V. (hierna: Meeus Transport) in de functie van internationaal chauffeur. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing. In 2014 diende het rijbewijs van werknemer te worden verlengd. Vanwege een functiebeperking van de linkerarm van werknemer – (gedeeltelijk) blijvende verlamming – heeft het CBR geen Verklaring van geschiktheid afgegeven, met als gevolg dat het rijbewijs van werknemer niet is verlengd. Als gevolg van het verlies van zijn (groot) rijbewijs is werknemer niet in staat zijn werkzaamheden uit te voeren. Meeus Transport regelde vervolgens ‘vervangende werkzaamheden’ bij Markiezaat Container B.V. (hierna: Markiezaat). Werknemer is op 21 mei 2015 voor de periode van 12 maanden in dienst getreden bij Markiezaat. Ter beantwoording ligt thans voor de vraag of de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Meeus Transport nog voortduurt.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer stelt dat de arbeidsovereenkomst met Meeus Transport onverkort voortduurt. Meeus Transport stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst op 21 mei 2015 is beëindigd met wederzijds goedvinden. Niet althans onvoldoende gesteld dan wel gebleken is echter dat werknemer duidelijk en ondubbelzinnig heeft ingestemd met deze vermeende beëindiging. Evenmin is gebleken dat Meeus Transport zich er met redelijke zorgvuldigheid van heeft vergewist dat werknemer heeft begrepen dat het ondertekenen van een overeenkomst met Markiezaat impliceerde dat hij instemde met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Meeus Transport. Ook de inhoud van de brief van 21 mei 2015, die was gehecht aan de overeenkomst met Markiezaat, biedt daartoe onvoldoende aanknopingspunten, nu in deze brief over de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Meeus Transport niets wordt vermeld. Nu Meeus Transport zich niet beroept op de andere beëindigingsgronden moet worden aangenomen dat de arbeidsovereenkomst onverkort voortduurt. Dat er ook een overeenkomst met Markiezaat bestaat staat aan het bestaan van de arbeidsovereenkomst met Meeus Transport niet in de weg. Gezien het brutoloon dat werknemer met de functie van terminalchauffeur bij Markiezaat verdient, is sprake van een lager gewaardeerde functie ten opzichte van zijn oorspronkelijke functie bij Meeus Transport. Conform de cao is Meeus Transport dan ook gehouden het verschil in loon tussen de functie van internationaal chauffeur en die van terminalchauffeur te voldoen door middel van omzetting van dit loonverschil in een persoonlijke toeslag. Werknemer is immers ongeschikt geworden om zijn werkzaamheden als internationaal chauffeur uit te oefenen door het verlies van zijn rijbewijs en tussen partijen staat niet ter discussie dat dit verlies van het rijbewijs niet aan de schuld of opzet van werknemer is te wijten, zodat werknemer conform het bepaalde in de cao aanspraak maakt op de persoonlijke toeslag.

  • Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • Datum uitspraak: 01-06-2016
  • Roepnaam: werknemer/Meeus Transport B.V.
  • Zaaknummer: 4661703 CV EXPL 15-6907
  • Nummer: AR-2016-0609
  • Onderwerpen: Overige en Overige (7:610 BW)
  • Trefwoorden: vervangende werkzaamheden, andere werkgever, duidelijke en ondubbelzinnige instemming en instemming einde arbeidsovereenkomst