Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Kindante/werkneemster
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 5 juli 2016
ECLI:NL:RBLIM:2016:5914

Stichting Kindante/werkneemster

Afwijzing verzoek ontbinding arbeidsovereenkomst 60-jarige leerkracht. Hoewel disfunctioneren wordt aangevoerd, is alleen de g-grond aan het ontbindingsverzoek ten grondslag gelegd. Verstoorde arbeidsrelatie niet komen vast te staan en mogelijkheden tot herplaatsing.

Werkneemster is in 1978 in dienst getreden van Kindante als leerkracht. Kindante verzoekt de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. Ter onderbouwing van dit verzoek voert Kindante aan dat zij het vertrouwen in de professionele kwaliteiten van werkneemster verloren heeft en dat de professionele samenwerkingsrelatie tussen partijen verstoord en compleet uitzichtloos is. Zij stelt dienaangaande dat werkneemster ondanks diverse trajecten niet in staat gebleken is haar functioneren te verbeteren. Hierdoor werd het vertrouwen in werkneemster te kwetsbaar en is na een periode van ziekteverlof gekozen voor een ‘doorstart’ op de Martinusschool. Daar leek het aanvankelijk de goede kant op te gaan, maar later kwam het tot spanningen met collega’s, leerlingen en ouders. Ter zitting heeft Kindante benadrukt dat zij haar verzoek uitsluitend baseert op de ‘g-grond’. Het verweer van werkneemster strekt primair tot afwijzing van het verzoek.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Kindante vindt dat van disfunctioneren sprake was (en is). Werkneemster betwist dat. Wat hier verder ook van zij, Kindante heeft haar verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst niet gebaseerd op disfunctioneren. Derhalve kan in het midden blijven of de coachingstrajecten nodig waren vanwege disfunctioneren van werkneemster. Het verzoek is uitsluitend gegrond op een verstoorde verhouding tussen partijen. Kindante heeft kennelijk gepoogd om werkneemster, zonder dat daar een voor de kantonrechter duidelijke aanleiding voor was, te bewegen haar medewerking te verlenen tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Het feit dat werkneemster daarover met Kindante overleg gevoerd heeft is onvoldoende om tot de conclusie te komen dat werkneemster daarmee bevestigd heeft dat er sprake is van een onherstelbare verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen. Kindante stelt dat zij geen vertrouwen meer heeft in werkneemster omdat haar functioneren, ondanks de diverse trajecten, niet is verbeterd. Die stelling heeft Kindante evenwel onvoldoende onderbouwd in het licht van de positieve schriftelijke verslagen van haar werknemers op de Martinusschool.

Werkneemster werkt reeds sinds 1978 voor Kindante (althans) haar rechtsvoorganger en is inmiddels 60 jaar oud. De kans dat werkneemster na beëindiging van de arbeidsovereenkomst met Kindante ander werk zal vinden, is uiterst gering. Desondanks heeft Kindante, zonder dat daar een duidelijke aanleiding voor was, gepoogd de arbeidsovereenkomst met werkneemster te beëindigen. Werkneemster is als gevolg daarvan arbeidsongeschikt geworden. Desondanks ziet zij mogelijkheden om de arbeidsverhouding voort te zetten, temeer daar er volgens haar binnen Kindante voldoende mogelijkheden zijn om haar te herplaatsen. Kindante heeft daartegen aangevoerd dat herplaatsing bij een andere school alleen maar leidt tot verplaatsing van ‘het probleem’. Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen is evenwel onduidelijk gebleven wat ‘het probleem’ is, aangezien werkneemster juist goed leek te functioneren op de Martinusschool. Een verdere betwisting van de stelling van werkneemster dat herplaatsing mogelijk is, is uitgebleven. Het moet er derhalve voor gehouden worden dat werkneemster binnen de organisatie van Kindante herplaatst kan worden. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.