Rechtspraak
The Inside B.V./werknemerGerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 19 juli 2016
The Inside B.V./werknemer
Werknemer is op 1 februari 2008 bij The Inside (een standbouwer) in dienst getreden, laatstelijk in de functie van senior projectmanager. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing met een geografisch bereik van 25 km. Bij brief van 31 december 2015 heeft werknemer zijn dienstverband bij The Inside tegen 1 maart 2016 opgezegd om bij een concurrent die op 19,2 km afstand gevestigd is te gaan werken. De kantonrechter heeft de belangen van werknemer afgewogen tegen de belangen van The Inside en geoordeeld dat het non-concurrentiebeding vanaf 11 maart 2016 dient te worden teruggebracht tot een relatiebeding onder handhaving van de duur van twee jaar en de contractuele boeteclausule. Voorts is werknemer veroordeeld tot betaling van de contractuele boete wegens overtreding van het non-concurrentiebeding tot 11 maart 2016, zijnde € 2.500.
Het hof oordeelt als volgt. Het hof stelt voorop dat The Inside een landelijk en internationaal opererend bedrijf is dat zich richt op stand- en interieurbouw. Het met werknemer overeengekomen non-concurrentiebeding is geografisch beperkt tot een straal van 25 kilometer van de vestigingsplaats van The Inside. The Inside heeft terecht opgemerkt dat deze geografische beperking van het non-concurrentiebeding in beginsel aan werknemer ruime mogelijkheden geeft aansluitend op zijn dienstverband bij The Inside werkzaam te blijven in de stand- en interieurbouw, voor zover het bedrijf van zijn nieuwe werkgever maar buiten de straal van 25 kilometer van de vestigingsplaats van The Inside is gelegen en hij buiten die straal zijn werkzaamheden verricht. De geografische beperking van het non-concurrentiebeding heeft echter ook tot gevolg dat het slechts in beperkte mate het belang van The Inside als nationaal en internationaal opererend bedrijf beschermt. Een indiensttreding van werknemer bij een van die concurrenten die buiten de straal van 25 kilometer zijn gevestigd, kan haar bedrijfsbelang schaden zonder dat het non-concurrentiebeding daar bescherming tegen biedt. Op zichzelf is denkbaar dat de geografische beperking in het non-concurrentiebeding juist is opgenomen omdat The Inside eraan hecht en belang bij heeft dat de bij haar in dienst tredende werknemers, althans werknemer, niet in dienst zou(den) komen van concurrenten in dat gebied van een straal van 25 kilometer van haar vestigingsplaats, maar zulks is niet gesteld en evenmin gebleken. Werknemer heeft onder meer met de overgelegde verklaringen van oud-werknemers van The Inside die thans bij X werkzaam zijn (sales manager, receptioniste/administratief medewerkster en directeur/eigenaar ) voldoende aannemelijk gemaakt dat bij X een andere werksfeer, werkcultuur en organisatiestructuur is dan bij The Inside. In algemene zin ligt de nadruk bij The Inside meer op omzet, terwijl X kritischer nagaat of een (potentiële) opdrachtgever past bij de werksfeer en werkcultuur bij X. Bij X is meer aandacht voor de persoonlijke ontwikkelingen van de werknemer. Het hof is voorshands van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat het non-concurrentiebeding vanwege de geografische beperking een beperkte bescherming van het bedrijfsbelang van The Inside biedt, werknemer niet over voor X unieke bedrijfskennis beschikt waarmee X bij indiensttreding van werknemer ten nadele van The Inside (in belangrijke mate) haar voordeel kan/zal doen, de klantenkring van The Inside door een relatiebeding toereikend wordt beschermd, het non-concurrentiebeding voor werknemer nadelige gevolgen heeft om binnen een redelijk korte termijn een vergelijkbare functie te vinden en de primaire en secondaire arbeidsvoorwaarden bij X voor werknemer gunstiger zijn. Bij afweging van deze omstandigheden acht het hof voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure het non-concurrentiebeding op grond van artikel 7:653 lid 2 BW gedeeltelijk zal worden vernietigd en zal worden beperkt tot een relatiebeding.