Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Tempo-Team Projecten B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 15 juni 2016
ECLI:NL:RBOVE:2016:2920

werknemer/Tempo-Team Projecten B.V.

Ontslag op staande voet uitzendkracht die mogelijk betrokken is geweest bij frauduleuze en dubieuze handelingen  is rechtsgeldig. Werkgever niet-ontvankelijk in voorwaardelijk ontbindingsverzoek.

Werknemer is sinds 19 september 2011 op grond van een uitzendovereenkomst met Tempo-Team werkzaam als uitzendkracht. Op 16 maart 2016 is werknemer door Tempo-Team op staande voet ontslagen, kort gezegd wegens geconstateerde onregelmatigheden bij opdrachtgevers Delta Lloyd/ABN AMRO Verzekeringen. Werknemer verzoekt primair vernietiging van de opzegging.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In geschil is of onverwijld is opgezegd. Volgens Tempo-Team is bij Delta Lloyd op 8 maart 2016 het vermoeden ontstaan dat sprake is van fraude in de behandeling van schadeclaims door werknemer. Dat is voor Delta Lloyd aanleiding geweest om nader onderzoek te laten verrichten. Op 15 maart 2016 heeft een langdurig gesprek plaatsgevonden. Tijdens dat gesprek hebben de twee zogenoemde tactisch onderzoekers de voorlopige bevindingen met werknemer besproken en hem in de gelegenheid gesteld om een toelichting te geven op diens handelen. Dat gesprek is rond 14:30 uur afgerond. Om 15:45 uur is aan Tempo-Team meegedeeld dat de opdrachtgever de uitzendrelatie met werknemer met onmiddellijke ingang beëindigt. De volgende dag om 9:00 uur heeft Tempo-Team in een gesprek met werknemer meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang wordt opgezegd. De kantonrechter is van oordeel dat deze gang van zaken vanuit het oogpunt van onverwijldheid niets te wensen over laat. Een tweede punt van geschil is of Tempo-Team bij haar opzegging de dringende reden voor opzegging onverwijld heeft meegedeeld. De brief van Tempo-Team van 16 maart 2016 vermeldt als dringende reden dat volgens Delta Lloyd sprake is van dubieuze en frauduleuze handelingen. Er is een opsomming gegeven ter uitwerking van die handelingen. Die opsomming dient in samenhang te worden gezien met het gesprek dat werknemer heeft gevoerd op 15 maart 2016 waar deze frauduleuze handelingen uitgebreid aan de orde zijn gesteld. Het moet werknemer aanstonds duidelijk zijn geweest wat de dringende reden voor het gegeven ontslag op staande voet is geweest.

Aan de orde is of de aangevoerde dringende reden een ontslag op staande voet kan rechtvaardigen. Geoordeeld is dat dit het geval is.  Uit het gespreksverslag van 15 maart 2016 blijkt dat werknemer niet heeft willen antwoorden op vragen die zijn eigen schade-aangifte naar aanleiding van de inbraak op 2 mei 2015 betreffen. De conclusie van Delta Lloyd is valide: het is dubieus dat dezelfde luxegoederen door de oorspronkelijke koper van die goederen worden geclaimd en daarna door werknemer. Werknemer heeft op 14 juli 2015 een eed/belofte afgelegd dat hij zijn functie integer en zorgvuldig zal uitoefenen, waaronder begrepen dat hij geen misbruik zal maken van zijn kennis en zich open en toetsbaar zal opstellen. Voldoende is aangetoond dat werknemer mogelijk betrokken is geweest bij frauduleuze en dubieuze handelingen. Ter zake van zijn eigen schadeclaim staat naar het oordeel van de kantonrechter zelfs vast dat hij heeft gefraudeerd. Die fraude werd mogelijk door zijn kennis van de werkwijze en de dossiers van Delta Lloyd. Het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet wordt afgewezen. De subsidiaire verzoeken  om toekenning van een billijke vergoeding en een schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging worden afgewezen, nu het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Er is geen transitievergoeding verschuldigd, omdat  sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten.

Tempo-Team heeft verzocht dat de kantonrechter voor recht verklaart dat het verleende ontslag op staande voet op juiste wijze is onderbouwd en is verleend. De gevraagde verklaring voor recht kan worden toegewezen, waarbij de kantonrechter overigens in het midden laat of Tempo-Team bij haar verzoek een zelfstandig te respecteren belang heeft. Voorts heeft Tempo-Team verzocht om werknemer te veroordelen tot betaling van de wettelijke gefixeerde schadevergoeding. Het verzoekschrift is ingekomen op 23 mei 2016. De vervaltermijn (artikel 7:686a BW) wordt ambtshalve getoetst. In dit geval is de bevoegdheid om dit verzoek in te dienen 17 mei 2016 vervallen, zodat het verzoek wordt afgewezen. Tempo-Team wordt tot slot niet-ontvankelijk verklaard in het voorwaardelijk ontbindingsverzoek. De kantonrechter te Enschede heeft het voornemen uitgesproken de Hoge Raad prejudiciële vragen te stellen over het voorwaardelijk ontbindingsverzoek en aan dat voornemen heeft zij uitvoering gegeven bij beschikking van 20 mei 2016 (zie AR 2016-0540). Tempo-Team heeft ter zitting, in reactie op de door de kantonrechter aan de orde gestelde mogelijkheid van aanhouding van het tegenverzoek totdat de Hoge Raad tot een beantwoording van de prejudiciële vragen is gekomen, verklaard uit proceseconomische redenen te willen afzien van aanhouding van deze zaak en haar eigen niet-ontvankelijkheid bepleit. Gelet op een en ander en de door hem ervaren noodzaak kennis te nemen van de antwoorden op de prejudiciële vragen alvorens dat tegenverzoek verder te kunnen behandelen, is de kantonrechter van oordeel dat Tempo-Team geen belang heeft bij haar voorwaardelijke ontbindingsverzoek, zodat het niet-ontvankelijk wordt verklaard.