Naar boven ↑

Rechtspraak

ontslag rechterlijk ambtenaar
Hoge Raad, 5 juli 2016
ECLI:NL:HR:2016:1604

ontslag rechterlijk ambtenaar

Ontslag rechterlijk ambtenaar wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

Een rechter in de Rechtbank Limburg is sinds 1 juli 2013 arbeidsongeschikt wegens ziekte. Artikel 46i lid 1 Wrra bepaalt dat een rechterlijk ambtenaar die wegens ziekte ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid door de Hoge Raad kan worden ontslagen indien (a) de ongeschiktheid twee jaar onafgebroken heeft geduurd, (b) herstel van zijn ziekte binnen een periode van zes maanden na voornoemde termijn van twee jaar redelijkerwijs niet is te verwachten en (c) naar het oordeel van de functionele autoriteit duurzame re-integratie in de eigen arbeid, in andere passende arbeid bij een gerecht of binnen het gezagsbereik van Onze Minister, of in passende arbeid buiten dat gezagsbereik, niet binnen een redelijke termijn is te verwachten. Artikel 46j Wrra houdt in – kort gezegd – dat de Hoge Raad het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) betrekt bij de beoordeling of sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 46i lid 1 Wrra. Bij beslissing van het UWV van 11 juni 2015 is aan betrokkene een WIA-uitkering toegekend. Volgens de toelichting bij de beslissing had betrokkene sinds 1 juli 2013 twee jaar door ziekte niet kunnen werken. Het UWV achtte haar 100% arbeidsongeschikt. De Hoge Raad is van oordeel dat voldoende gronden aanwezig zijn om de betrokkene op de voet van artikel 46i Wrra per 1 september 2016 als rechterlijk ambtenaar ontslag te verlenen.