Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/P1 On Street B.V.
Rechtbank Noord-Nederland, 28 april 2016

werkneemster/P1 On Street B.V.

Artikel 7:670a lid 2 aanhef en onderdeel d BW. Vestiging te Heerenveen moet als zelfstandige vestiging beschouwd worden en de overgang van onderneming heeft een bedrijfsbeëindiging te Heerenveen tot gevolg. Opzegverbod ex artikel 7:670 lid 1 BW is dan ook niet van toepassing.

Werkneemster is op 14 maart 2008 in dienst getreden bij P1 On Street B.V. (hierna: P1) in de functie van parkeercontroleur/buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Bij brief van 15 oktober 2014 heeft de gemeente Heerenveen P1 laten weten dat zij het parkeerbeheer in haar gemeente per 1 april 2015 zal uitbesteden aan InPublic Ventures B.V (hierna: de verkrijger). Als gevolg daarvan zijn vrijwel alle werknemers van rechtswege (art. 7:662 BW) in dienst getreden bij de verkrijger. Werkneemster heeft zich echter beroepen op een toezegging die haar zou zijn gedaan. Als gevolg hiervan is zij (uiteindelijk) niet mee overgegaan naar de verkrijger. Op 10 maart 2015 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Op 19 oktober 2015 heeft het UWV aan P1 toestemming verleend om de arbeidsovereenkomst met werkneemster wegens bedrijfseconomische redenen op te zeggen. P1 heeft de arbeidsovereenkomst met werkneemster opgezegd per 1 december 2015. Werkneemster verzoekt onder meer vernietiging van de opzegging. Werkneemster voert daartoe aan dat de opzegging in strijd is met artikel 7:670 lid 1 BW (opzegverbod tijdens ziekte). Dit opzegverbod geldt op grond van artikel 7:670a lid 2 aanhef en onderdeel d BW weliswaar niet in geval van een bedrijfsbeëindiging, maar hiervan is volgens werkneemster in het onderhavige geval geen sprake. P1 stelt zich op het standpunt dat het verlies van het parkeerproject te Heerenveen heeft te gelden als een bedrijfsbeëindiging in de zin van artikel 7:670a lid 2 aanhef en onderdeel d BW.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vooropgesteld wordt dat P1 aan werkneemster een toezegging heeft gedaan, op basis waarvan zij na 1 april 2015 in dienst was van P1. Deze toezegging heeft echter geen onbegrensd karakter. Het stond en staat P1 vrij om zich tot het UWV te wenden teneinde voor de beëindiging van het dienstverband met werkneemster een ontslagvergunning te verkrijgen en om de arbeidsovereenkomst met werkneemster op te zeggen. Zulks is ook gebeurd. Aan de orde is of de opzegging rechtens is of voor vernietiging in aanmerking komt. Uit artikel 7:670a lid 2 aanhef en onderdeel d BW volgt dat het opzegverbod wegens ziekte niet van toepassing is indien de opzegging geschiedt wegens de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming. In de ontslagvergunning heeft het UWV overwogen dat de vestiging Heerenveen als een zelfstandige vestiging beschouwd moet worden, met een eigen klantenkring, eigen management en een zelfstandige financiële rapportage en dat de overgang van onderneming naar de verkrijger een bedrijfsbeëindiging te Heerenveen tot gevolg heeft. Het UWV heeft hieraan de conclusie verbonden dat daarom geen opzegverbod van toepassing is. De kantonrechter heeft geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat de ontslagvergunning op dit punt onjuist is. De kantonrechter gaat er dus van uit dat ten tijde van de opzegging geen opzegverbod wegens ziekte gold. Voorts verwerpt de kantonrechter het beroep van werkneemster op de derogerende werking van artikel 6:248 lid 2 BW. Werkneemster heeft immers niet duidelijk gemaakt welke tussen haar en P1 geldende regel volgens haar buiten toepassing moet blijven. Volgt afwijzing van het verzoek van werkneemster.

  • Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
  • Datum uitspraak: 28-04-2016
  • Roepnaam: werkneemster/P1 On Street B.V.
  • Zaaknummer: 4796133 AR VERZ 16-29 en 4943586 AR VERZ 16-78
  • Nummer: AR-2016-0948