Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 13 september 2016
ECLI:NL:RBROT:2016:7062
FNV c.s./Axxicom Thuishulp B.V.
Axxicom Thuishulp B.V. (hierna: Axxicom) houdt zich bezig met het leveren van huishoudelijke hulp voor cliƫnten, in opdracht van gemeenten in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). TSN leverde de dienst hulp bij het huishouden in de gemeente Hollands Kroon (hierna: de gemeente). Op 16 maart 2016 is TSN failliet verklaard. De gemeente heeft Axxicom na het faillissement van TSN benaderd om de levering van thuiszorg te gaan uitvoeren, welke opdracht Axxicom heeft aangenomen. Axxicom heeft vervolgens een deel van de oud-werknemers van TSN een arbeidsovereenkomst aangeboden. Drie werkneemsters zijn per 25 april 2016 bij Axxicom in dienst getreden. De CAO VVT (hierna: de cao) is door middel van een incorporatiebeding in de arbeidsovereenkomsten tussen Axxicom en werkneemsters van toepassing verklaard. In artikel 12.3 van de cao is onder meer bepaald dat de gemeente kan besluiten een andere werkgever te contracteren voor het uitvoeren van de voorziening hulp bij huishouden en dat, als een werknemer in dat kader in dienst treedt bij een andere werkgever, de nieuwe werkgever verplicht is de arbeidsvoorwaarden toe te kennen die laatstelijk van toepassing waren bij de oude werkgever. Werkneemsters vorderen bij wege van voorlopige voorziening onder meer veroordeling van Axxicom tot nakoming van artikel 12.3 van de cao.
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt. Krachtens het bepaalde in artikel 254 Rv is de voorzieningenrechter in kort geding slechts bevoegd om een voorlopige voorziening te geven. Het geven van een declaratoire uitspraak, die de rechtsverhouding tussen partijen vaststelt, is daarmee niet te verenigen. Reeds hieruit volgt dat het door werkneemsters gevorderde zich niet leent voor een behandeling in een kortgedingprocedure. Deze vorderingen strekken immers tot het vaststellen dat artikel 12.3 van de cao (ook) van toepassing is bij faillissement, hetgeen de facto neerkomt op het afgeven van een verklaring voor recht ter zake. Volgt afwijzing van de vorderingen.