Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 22 november 2016
ECLI:NL:RBAMS:2016:7734
CBRE GWS Integrated Facility Management B.V./werknemer
Werknemer is sedert oktober 2012 in dienst van CBRE GWS Integrated Facility Management B.V. (hierna: CBRE) als Senior Technical Coördinator Werktuigbouw (WTB). CBRE heeft een facility service-overeenkomst met Shell. Werknemer verzorgt technische onderhoudstaken ten behoeve van de Amsterdamse vestiging van Shell. Shell heeft begin 2016 een reorganisatie aangekondigd, op basis waarvan zij werk dat zij tot nu toe uitbesteedde, zelf wil gaan doen. Dat betekent een reductie van de werkzaamheden van CBRE voor Shell, waarbij een kostenbesparing van € 1,5 miljoen door CBRE wordt doorgevoerd, die in de visie van CBRE alleen kan worden gerealiseerd door gedwongen ontslagen. Drie posities op de locatie Amsterdam komen te vervallen. CBRE heeft voor werknemer op basis van bedrijfseconomische gronden een ontslagvergunning gevraagd, die door het UWV is geweigerd, omdat volgens het UWV onvoldoende is onderbouwd dat CBRE genoodzaakt is organisatorische veranderingen door te voeren en dat daarmee een arbeidsplaats dient te vervallen. CBRE verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van bedrijfseconomische omstandigheden (a-grond).
De kantonrechter oordeelt als volgt. De noodzaak van een aanmerkelijke kostenbesparing heeft CBRE afdoende onderbouwd, waarbij van belang is dat als uitgangspunt heeft te gelden dat het een onderneming in hoge mate vrijstaat om te bepalen op welke wijze zij haar organisatie wil inrichten. Aan een beoordeling van de uitwisselbaarheid van de functie van werknemer ten opzichte van de beide andere Senior Technical Coördinator-posities is het UWV niet toegekomen. De kantonrechter overweegt op dit punt het volgende. Tussen partijen staat vast dat het niveau van de functies en de beloning ervan gelijkwaardig zijn. Geoordeeld wordt voorts dat de functie van werknemer uitwisselbaar is met de andere twee senior technisch coördinatoren op de locatie Shell (te weten de functie van Senior Technical Coördinator E (Elektrisch) en Senior Technical Coördinator M&R (meet- en regeltechniek)). CBRE heeft niet kunnen weerspreken dat de coördinatoren bij Shell verantwoordelijk zijn voor het technisch en financieel aansturen van de uitvoerende specialisten die hen ter beschikking staan. De aanwezigheid van deze vakkennis op gespecialiseerd niveau bij de leidinggevende is hierbij niet noodzakelijk, nu deze in voldoende mate bij deze uitvoerenden aanwezig is. Dat betekent dat de mogelijke afwezigheid van gespecialiseerde kennis of vaardigheden op het gebied ‘elektrisch’ of ‘meet- en regeltechniek’ bij werknemer, niet kan leiden tot de conclusie dat de drie functies van de Senior Technisch Coördinatoren niet onderling uitwisselbaar zouden zijn. Voor zover zou moeten worden aangenomen dat werknemer op onderdelen van de functies noodzakelijke technische kennis mist, moet ervan worden uitgegaan dat hij in staat en bereid is zich deze kennis binnen afzienbare tijd eigen te maken. Voor het oordeel dat de drie functies uitwisselbaar zijn is mede van belang de omstandigheid dat voor alle drie exact dezelfde functiebeschrijving geldt. CBRE heeft erkend dat, ingeval wordt uitgegaan van uitwisselbaarheid van de drie functies, werknemer niet degene is die voor ontslag in aanmerking komt. Dat betekent dat CBRE werknemer zal moeten toelaten tot het werk. Geoordeeld wordt dat werknemer aanspraak kan maken op tewerkstelling in een van de drie functies van Senior Technical Coördinator, en niet per se op tewerkstelling in zijn eigen functie. CBRE heeft immers aangevoerd dat de reorganisatie bij Shell ertoe leidt dat CBRE een van de drie Senior Technical Coördinator-posities niet meer betaald krijgt. Het wordt onder die omstandigheden redelijk geacht dat CBRE de keuze heeft in welke van de drie functies zij werknemer het werk laat hervatten. Volgt afwijzing van het ontbindingsverzoek.