Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/HL Couriers B.V.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30 december 2016

werknemer/HL Couriers B.V.

Kort geding. Werknemer is altijd in dienst gebleven van eerste werkgever, ondanks ‘overgang’ naar tweede werkgever. In de praktijk is (nagenoeg) niets gewijzigd in de partijverhoudingen. Eerste werkgever is de dienst blijven uitmaken (ziekmeldingen, vakanties, onkostendeclaraties).

Werknemer is in 2004 in dienst getreden bij HL Couriers B.V. (hierna: HL). Werknemer is werkzaam in de functie van planner. Werknemer is op enig moment ondergebracht bij AD-HL B.V (hierna: AD-HL). AD-HL gaat in 2016 failliet. De curator zegt de arbeidsovereenkomst van werknemer op. In geschil is de vraag of werknemer bij HL in dienst is gebleven, zoals hij zelf stelt, of dat hij op enig moment in dienst is gekomen bij AD-HL, zoals HL aanvoert.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit vaste rechtspraak volgt dat een werknemer slechts aan zijn onslagneming gehouden kan worden wanneer sprake is van een ondubbelzinnige, op beëindiging gerichte wilsverklaring. De werkgever moet zich ervan vergewissen of de werknemer de consequenties van zijn ontslag inziet. Deze rechtspraak gaat eveneens op in het voorliggende geval, waarin de arbeidsovereenkomst van werknemer met HL volgens HL beëindigd zou zijn, waarna een nieuwe arbeidsovereenkomst met AD-HL tot stand zou zijn gekomen. Ook in een dergelijk geval moet sprake zijn van een ondubbelzinnige verklaring van werknemer waaruit blijkt dat hij instemt met beëindiging van zijn dienstverband met HL en die wilsverklaring moet tot stand gekomen zijn op basis van duidelijke informatie van HL over de consequenties van een ‘overgang’ van HL naar AD-HL. Van het een noch het ander is sprake. Tegen de stelling dat de arbeidsovereenkomst met AD-HL tot stand is gekomen pleit, naast het voorgaande, hetgeen het UWV in een e-mail van 16 november 2016 heeft geschreven. Uit de opsomming van het UWV kan afgeleid worden dat er in de praktijk (nagenoeg) niets gewijzigd is in de verhouding HL-werknemer nadat werknemer in de visie van HL in dienst getreden was bij AD-HL. Uit de gedetailleerde opsomming van het UWV ontstaat het beeld dat HL met betrekking tot de medewerkers de dienst is blijven uitmaken (ziekmeldingen, vakanties, onkostendeclaraties). Het voorgaande leidt de kantonrechter tot het voorlopige oordeel dat er geen formeel einde is gekomen aan het dienstverband tussen HL en werknemer. Dit betekent dus dat werknemer nog in dienst is bij HL en dat hij recht heeft op doorbetaling van zijn loon. De vorderingen van werknemer die daarop zien worden daarom toegewezen.

  • Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • Datum uitspraak: 30-12-2016
  • Roepnaam: werknemer/HL Couriers B.V.
  • Zaaknummer: 5521276 VV EXPL 16-468
  • Nummer: AR-2017-0021
  • Onderwerpen: Overige en Payrolling (7:692/7:692a BW)
  • Trefwoorden: faillissement, payrolling, personeelsvennootschap, wilsverklaring, geen formeel einde aan dienstverband en loondoorbetaling