Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 22 februari 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:1559
werknemer/H3 Baby Safety Products B.V.
Feiten
Werknemer is per 1 mei 2015 voor bepaalde tijd in dienst getreden. Hij heeft zich op 13 januari 2016 ziek gemeld. De arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd op 31 maart 2016. Werknemer heeft met ingang van 1 april 2016 een Ziektewetuitkering toegekend gekregen. Werknemer heeft bij het UWV een deskundigenoordeel aangevraagd. De verzekeringsarts oordeelt in zijn beslissing van 10 november 2016 dat werknemer in de periode van 13 januari 2016 tot 1 april 2016 arbeidsongeschikt was te achten voor de maatgevende arbeid. Werkgever heeft het loon over de maanden januari, februari en maart 2016 niet betaald. Werknemer vordert veroordeling van werkgever tot betaling van achterstallig loon onder overlegging van deugdelijke specificaties, vakantietoeslag en een vergoeding voor opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen.
Oordeel
Uit het bij repliek overgelegde deskundigenoordeel, waartegen werkgever geen nader verweer heeft gevoerd, blijkt dat werknemer over de periode vanaf de ziekmelding tot aan het einde van het dienstverband naar het oordeel van de verzekeringsarts ziek was. Gelet op het bepaalde in artikel 7:629 BW was werkgever dan ook gehouden het loon door te betalen. Werkgever heeft de loonbetaling dan ook onterecht opgeschort. Laatstgemeld artikel gaat – kort gezegd – uit van een doorbetalingsverplichting van 70% van het loon. Werknemer vordert 100%. Werkgever heeft daartegen echter geen verweer gevoerd, zodat dit zal worden toegewezen. De gevorderde bedragen ten aanzien van achterstallig loon, de vorderingen tot afgifte van deugdelijke bruto/netto specificatie en vakantietoeslag worden als onweersproken toegewezen. Werknemer vordert een bedrag van € 570,11 bruto aan opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen, inclusief 8% vakantietoeslag. Werkgever heeft daartegen geen verweer gevoerd. De vordering zal worden toegewezen onder aftrek van de berekende vakantietoeslag, waarvoor geen wettelijke basis is. Toegewezen wordt een bedrag van € 527,88 bruto.