Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland
Rechtbank Midden-Nederland, 13 maart 2017

werkneemster/Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland

Proeftijdontslag gezinscoach niet discriminatoir. De ontstane onrust komt voor risico van werkneemster, nu zij had moeten begrijpen dat advisering door een collega over de indicatiestelling van haar dochter onrust zou kunnen opleveren.

Feiten

Werkneemster is op 1 november 2016 voor de duur van een jaar in dienst getreden van Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland (hierna: MDF) als gezinscoach. Op 15 november 2016 heeft MDF werkneemster in de proeftijd ontslagen. Werkneemster verzoekt de opzegging te vernietigen. Aan haar verzoek legt zij ten grondslag dat MDF haar heeft ontslagen vanwege haar gehandicapte dochter. Werkneemster meent dat MDF daarmee een discriminatoire grond aan de beƫindiging van het dienstverband ten grondslag heeft gelegd.

Oordeel

Werkneemster heeft in de sollicitatieprocedure niet gemeld dat haar dochter een ZIN-indicatie heeft, omdat dit volgens haar niet relevant is. Werkneemster is echter een toetsingsgesprek op 10 november 2016 over de indicatiestelling van haar dochter begonnen met de mededeling dat zij een collega van de betrokken medewerker is. Zij heeft dit naar eigen zeggen direct gemeld, omdat zij er zelf een apart gevoel bij had dat ze tegenover een collega zat. Werkneemster kan daarmee niet worden gevolgd in haar stelling dat haar collega/behandelaar dergelijke gevoelens niet zou mogen of moeten hebben of naar aanleiding van het gesprek een en ander niet had mogen melden bij haar leidinggevende waardoor er onrust is ontstaan. Weliswaar had de medewerker er achteraf bezien wellicht beter aan gedaan om na de mededeling van werkneemster het gesprek niet voort te zetten, maar ook in dat geval zou onrust zijn ontstaan. De ontstane onrust komt voor risico van werkneemster nu zij had moeten begrijpen dat advisering door een collega over de indicatiestelling van haar dochter problemen zou kunnen opleveren. Zij had maatregelen moeten nemen om het ontstaan van onrust te voorkomen, bijvoorbeeld door een en ander van tevoren te melden en niet pas tijdens het gesprek met de betreffende medewerker. Dat MDF een andere keuze had kunnen maken, in plaats van werkneemster te ontslaan, doet aan vorenstaande niet af. Tijdens de proeftijd heeft een werkgever nou eenmaal ruimere mogelijkheden om het dienstverband te beƫindigen. De verzochte vernietiging van de opzegging in de proeftijd wordt dan ook afgewezen.

  • Instantie: Rechtbank Midden-Nederland
  • Datum uitspraak: 13-03-2017
  • Roepnaam: werkneemster/Maatschappelijke Dienstverlening Flevoland
  • Zaaknummer: 5645247 / LE VERZ 17-5
  • Nummer: AR-2017-0295
  • Onderwerpen: Overige (7:652 BW)
  • Trefwoorden: proeftijdontslag, ontslag, discriminatie en gehandicapte dochter