Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Museumrestaurant Schokland B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 6 maart 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:1164

werknemer/Museumrestaurant Schokland B.V.

Ontslag op staande voet directeur museumrestaurant wegens disfunctioneren is niet rechtsgeldig.

Feiten

Werknemer is op 1 mei 1999 bij Museumrestaurant Schokland in dienst getreden in de functie van directeur/gastheer. Museumrestaurant Schokland heeft vanaf 1 december 2016 geen loon meer betaald. Werknemer vordert loondoorbetaling vanaf die datum. Museumrestaurant Schokland heeft die vordering betwist en heeft aangevoerd dat zij werknemer op 31 december 2016 op staande voet heeft ontslagen. De reden daarvoor lag in het slechte functioneren van werknemer als directeur van de onderneming. Werknemer was niet capabel om de onderneming te leiden en heeft de situatie dermate uit de hand laten lopen dat Museumrestaurant Schokland door de Voedsel- en Warenautoriteit is beboet wegens het feit dat de bedrijfsruimten niet schoon waren. Verder bleken de voedselveiligheidsprocedures niet in orde. Daarnaast heeft werknemer Museumrestaurant Schokland schade berokkend door frauduleus te handelen. De dringende reden voor het ontslag op staande voet ligt echter in het disfunctioneren, aldus Museumrestaurant Schokland.

Oordeel

De kantonrechter is voorshands van oordeel dat het ontslag op staande voet geen stand kan houden zo dit al is gegeven nu partijen ook daarover twisten. Partijen twisten over de vraag of Museumrestaurant Schokland ‘we stoppen ermee’ (standpunt werknemer), dan wel ‘we stoppen met jou’ (standpunt Museumrestaurant Schokland) heeft gezegd, maar beide zinsneden geven de daadwerkelijke ontslagreden niet weer, te weten het gestelde disfunctioneren van werknemer. Verder geldt dat disfunctioneren zelden met succes een dringende reden oplevert. Bij disfunctioneren ligt het immers op de weg van de werkgever om de werknemer een verbetertraject te laten volgen. Een ontslag op staande voet is niet de aangewezen route. De conclusie is dat voorshands niet is voldaan aan de in artikel 7:677 lid 1 BW gestelde eisen. De kans dat in de bodemprocedure het gegeven ontslag op staande voet vernietigd wordt, is dermate groot dat de kantonrechter – vooruitlopend daarop – de vordering tot betaling van het (achterstallige) loon tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd, zal toewijzen. De gevorderde toelating van werknemer tot het verrichten van zijn gebruikelijke werkzaamheden bij Museumrestaurant Schokland wordt afgewezen. Ter zitting is meer dan genoegzaam gebleken dat de arbeidsverhouding tussen werknemer en Museumrestaurant Schokland ernstig is verstoord, waardoor een enigszins vruchtbare samenwerking uitgesloten moet worden geacht.