Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Pex Time BV
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 13 maart 2017
ECLI:NL:RBNHO:2017:2604

werknemer/Pex Time BV

Ontslag op staande voet terecht. Werknemer heeft het overeengekomen relatiebeding, de geldende gedragsregels en zijn verplichtingen als werknemer geschonden.

Feiten

Werknemer is sinds 2013 in dienst bij Pex Time. In zijn arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Op 15 december 2015 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij het concurrentiebeding en de gedragscode die geldt binnen Pex Time zou hebben geschonden. Werknemer heeft volgens Pex Time namelijk meerdere keren contact gehad met een van de leveranciers van Pex Time, Di-Modell, met het doel om Di-Modell als leverancier naar zich toe te trekken en zodoende zijn eigen onderneming te starten. Werknemer vordert een billijke vergoeding van € 30.000.

Oordeel

Ontslag op staande voet

Vast staat dat werknemer vanaf september 2016, buiten Pex Time om en zonder haar medeweten, contact heeft gehad met Di-Modell. Uit de e-mail van 5 december 2016 van werknemer aan X blijkt onmiskenbaar dat dit contact met Di-Modell erop gericht is geweest dat werknemer in plaats van Pex Time als distributeur van Di-Modell zou gaan optreden. Ook is daarbij door werknemer het scenario voorgesteld dat Di-Modell zou stoppen met leveringen aan Pex Time, zodat de zakelijke relatie tussen Di-Modell en Pex Time zou eindigen en werknemer die relatie kon overnemen. Door deze gedragingen heeft werknemer in ernstige mate in strijd gehandeld met de artikelen 8, 9 en 10 van de arbeidsovereenkomst. Werknemer heeft immers tijdens zijn dienstverband met Pex Time Di-Modell benaderd buiten het kader van zijn arbeidsovereenkomst, is tijdens zijn dienstverband al met Di-Modell zaken gaan doen voor eigen rekening en heeft informatie betreffende Pex Time gedeeld met Di-Modell. Voor zover de betreffende gedragingen van werknemer al niet zouden zijn verboden door de artikelen 8, 9 en 10 van de arbeidsovereenkomst, leveren deze ook een ernstige schending op van de verplichting van werknemer om zich als goed werknemer te gedragen. Anders dan werknemer stelt, moet Di-Modell als een relatie in de zin van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst worden aangemerkt. Er is geen reden om aan te nemen dat met de term ‘relaties’ in artikel 8 van de arbeidsovereenkomst alleen klanten van Pex Time bedoeld zijn en niet ook leveranciers, zoals Di-Modell. Nog daargelaten dat ook Di-Modell als klant zou kunnen worden aangemerkt, bieden de bewoordingen van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst geen aanknopingspunt voor de door werknemer gestelde uitleg. Indien zou zijn beoogd om het relatiebeding van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst alleen te laten gelden voor klanten, had het voor de hand gelegen dat de term ‘klanten’ was gebruikt. Juist het gebruik van de term ‘relaties’ geeft aan dat het relatiebeding ruimer en breder bedoeld is. Werknemer heeft ook niet, althans onvoldoende gesteld en gemotiveerd dat partijen bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst hebben bedoeld af te spreken dat het relatiebeding alleen zag op klanten. Pex Time heeft er terecht op gewezen dat ervan moet worden uitgegaan dat het relatiebeding juist ook bedoeld is voor leveranciers, omdat het verlies van een leverancier haar klanten en omzet kan kosten. Het verweer van werknemer dat Di-Modell hem heeft benaderd en niet andersom, zodat geen sprake is van een schending van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst, treft geen doel. Duidelijk is dat werknemer vanaf september 2016 contact heeft gehad met Di-Modell om over hun zakelijke relatie te spreken en dat in dat kader tussen partijen gesprekken hebben plaatsgevonden, waarbij onder andere de afspraak is gemaakt dat werknemer voor een gesprek op 4 januari 2017 naar Di-Modell in Duitsland zou komen. Uitgaande van dergelijke contacten is sprake van een situatie waarin werknemer en Di-Modell elkaar over en weer benaderen, en in ieder geval ook van een ‘benaderen’ door werknemer van een relatie in de zin van artikel 8 van de arbeidsovereenkomst. De activiteiten van werknemer moeten ook worden aangemerkt als het doen van zaken voor eigen rekening, hetgeen volgens artikel 9 van de arbeidsovereenkomst verboden is. Werknemer is immers vanaf september 2016 doende geweest om Di-Modell als zakelijke relatie over te nemen en voor eigen rekening te gaan optreden als distributeur van Di-Modell. Of werknemer daarbij al dan niet de handelsnaam Pex Horba heeft gebruikt in zijn contacten met Di-Modell en of hij al dan niet daadwerkelijk transacties of verkopen heeft gerealiseerd vóór 1 maart 2017, kan daarbij in het midden blijven, omdat uit het voorgaande al volgt dat hij ten behoeve van zichzelf zaken heeft gedaan met en voor Di-Modell. De uitlatingen van werknemer, met name in de e-mails van 5 december 2016 en 13 december 2016, leveren ook een ernstige schending op van artikel 10 van de arbeidsovereenkomst, van de afspraken in de vaststellingsovereenkomst van 26 oktober 2016 en van de verplichtingen als goed werknemer. Dat de uitlatingen van werknemer de belangen en de goede naam van Pex Time (kunnen) schaden, is evident. Werknemer heeft er nog op gewezen dat op grond van de tussen partijen gesloten vaststellingsovereenkomst van 26 oktober 2016 de arbeidsovereenkomst sowieso op korte termijn zou eindigen per 1 maart 2017 en dat het concurrentie- en relatiebeding per die datum ook zou vervallen. Dit doet er echter niet aan af dat werknemer de hiervoor genoemde verplichtingen in ernstige mate heeft geschonden. Werknemer was immers gehouden de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst tot in ieder geval 1 maart 2017 na te blijven komen. Vast staat daarnaast dat werknemer met een e-mail van 17 november 2016 de gehele adressenlijst van klanten van de PDA Group aan zijn privé-e-mailadres heeft gestuurd. Dit is een schending van de gedragscode, neergelegd in het addendum op het interne handboek van Pex Time, zoals kort daarvoor nog bekendgemaakt bij e-mail van 19 augustus 2016. Al het voorgaande maakt dat het ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Het verzoek om toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen.