Naar boven ↑

Rechtspraak

Qorvo Netherlands Holding BV c.s./werknemer
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 4 april 2017

Qorvo Netherlands Holding BV c.s./werknemer

Schorsing concurrentiebeding dat het een werknemer feitelijk onmogelijk maakt buiten het bedrijf van zijn werkgever zijn beroep uit te oefenen.

Feiten

Werknemer is sinds 2011 in dienst bij Greenpeak Technologies BV (hierna: Greenpeak). In zijn arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding opgenomen. Eind april 2016 heeft Qorvo Netherlands Holding BV (hierna: Qorvo) alle aandelen in Greenpeak overgenomen. In juli 2016 heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst met Greenpack opgezegd, teneinde in dienst te treden bij Dialog Semiconductor BV (hierna: Dialog). Qorvo en Greenpeak vorderen onder meer dat werknemer moet worden verboden om met onmiddellijke ingang, maar in ieder geval per 1 oktober 2016 in dienst te treden bij Dialog. Werknemer vordert in reconventie onder meer dat het concurrentiebeding moet worden geschorst. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Qorvo en Greenpeak afgewezen. In reconventie heeft de voorzieningenrechter het concurrentiebeding ten aanzien van Dialog geschorst. Tegen dit vonnis komen Qorvo en Greenpeak in hoger beroep.

Oordeel

Nieuwe juridische werkgever?

De kantonrechter is er ten onrechte van uitgegaan dat door de aandelenoverdracht eind april 2016 werknemer een nieuwe juridische werkgever heeft gekregen. Vast staat dat er geen overgang van onderneming heeft plaatsgevonden, maar een aandelenoverdracht waarbij Qorvo alle aandelen in Greenpeak heeft overgenomen. Een concurrentiebeding dient alleen maar opnieuw te worden overeengekomen indien de werknemer een andere juridische werkgever krijgt. Daarvan is bij deze aandelenoverdracht, waarbij Greenpeak een ‘zelfstandige businessunit’ van Qorvo is geworden, geen sprake.

Uitleg concurrentiebeding

Het concurrentiebeding is ruim geformuleerd. Vast staat dat werknemer een specialist is op het gebied van het bouwen van LPW-chips, getuige onder meer de vele publicaties die hij hierover op zijn naam heeft staan. Uit de stelling van Qorvo en Greenpeak blijkt dat het er niet zozeer om gaat met welke open standaard – Bluetooth of Zigbee – werknemer gaat werken, maar dat hij bij de concurrent niet aan de ontwikkeling van de ‘beste en slimste LPW-chip’ mag gaan werken. De vraag rijst of Qorvo voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer het concurrentiebeding redelijkerwijs in die zin had moeten begrijpen. Deze vraag beantwoordt het hof ontkennend, waartoe het navolgende redengevend is. Uit hetgeen partijen hierover hebben aangevoerd kan worden afgeleid dat het begrip LPW een containerbegrip is en dat LPW-chips op basis van verschillende open standaarden kunnen worden ontworpen, afhankelijk van de wensen van de klant. Werknemer heeft voorts voldoende onderbouwd dat alle halfgeleiderbedrijven in de wereld LPW-chips ontwikkelen. Het concurrentiebeding is niet in geografische reikwijdte beperkt. Zou Qorvo in haar uitleg van het concurrentiebeding worden gevolgd, te weten dat het werknemer verbiedt om voor andere ondernemingen de beste en slimste LPW-chip te ontwikkelen, dan zou dit gelet op hetgeen hiervoor is vastgesteld betekenen dat werknemer zich wereldwijd niet mag inlaten met activiteiten die betrekking hebben op de ontwikkeling van de ‘beste en slimste LPW-chip’. Alsdan staat het concurrentiebeding in de weg aan de indiensttreding van werknemer bij Dialog in zijn hoedanigheid van Senior Director HW Engineering. Door een dergelijke uitleg wordt werknemer zozeer beperkt in zijn mogelijkheden om na het einde van zijn arbeidsovereenkomst werkzaam te zijn in een gelijkwaardige werkkring op zijn vakgebied van LPW-chips dat dit voor hem feitelijk onmogelijk wordt. Dat werknemer bedoeld heeft een dergelijk verstrekkend concurrentiebeding aan te gaan, wordt door hem betwist en kan gezien de vergaande inbreuk op zijn grondrecht van vrije arbeidskeuze, dat daarmee feitelijk non-existent wordt, niet worden aangenomen. Gelet op het vorenstaande staat niet vast dat het concurrentiebeding geldig is.

Schorsing concurrentiebeding

Daarnaast is er reden om het concurrentiebeding te schorsen, omdat ervan moet worden uitgegaan dat werknemer in verhouding tot het te beschermen belang van Qorvo en Greenpeak door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld. Werknemer was al een expert op het gebied van het bouwen van LPW-chips voordat hij bij Greenpeak in dienst trad, zodat niet kan worden gezegd dat hij met gebruikmaking van kennis die hij alleen kon opdoen omdat hij bij Greenpeak in dienst was, Greenpeak concurrentie gaat aandoen. Bovendien hebben Qorvo en Greenpeak weliswaar aangevoerd dat de halfgeleiderindustrie een zeer grote en gevarieerde industrie is en dat werknemer bij voldoende andere ondernemingen aan de slag kan die niet concurrerend zijn met Qorvo en Greenpeak, maar zij hebben niet aannemelijk gemaakt welke bedrijven, die aansluiten bij de specifieke kennis en kunde van werknemer, dat dan zijn. Hiermee wordt werknemer belemmerd om anders dan in dienst van Greenpeak een gelijkwaardige werkkring te vinden, die aansluit bij zijn specifieke kennis van de ontwikkeling van chips op de LPW-markt. Verder is van belang dat werknemer bij zijn nieuwe werkgever een (aanzienlijke) positieverbetering krijgt; deze verbetering betreft niet alleen het financiële aspect maar juist op inhoudelijk vlak maakt hij een grote sprong. Ten slotte is van belang dat werknemer heeft toegezegd zijn geheimhoudingsverplichting na te komen. Volgt bekrachtiging van het bestreden vonnis.

  • Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
  • Datum uitspraak: 04-04-2017
  • Roepnaam: Qorvo Netherlands Holding BV c.s./werknemer
  • Zaaknummer: 200.202.242
  • Nummer: AR-2017-0536
  • Onderwerpen: Belangenafweging (lid 3) en Uitleg
  • Trefwoorden: concurrentiebeding, zwaarder drukken, juridische werkgever, belangenafweging en schorsing concurrentiebeding