Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 10 april 2017
ECLI:NL:RBAMS:2017:3179
Unirobe Meeus Groep B.V./werkneemster
Feiten
Werkneemster is sedert 7 november 1977 in dienst van UMG en is laatstelijk werkzaam in de functie van schadebehandelaar. Per 1 januari 2017 geldt op grond van de Wet financieel toezicht (Wft) dat personen die adviseren over particuliere schadeverzekeringen moeten beschikken over een diploma ‘Adviseur Schadeverzekering particulier’, bestaande uit de modules ‘Basis’ en ‘Schadeverzekeringen particulier’. UMG heeft werkneemster in ieder geval vanaf mei 2015 te verstaan gegeven dat zij over het diploma diende te beschikken. Zij is in staat gesteld om (zo vaak zij wilde) examen af te leggen. Werkneemster heeft meerdere malen het examen voor de module ‘Schadeverzekeringen particulier’ afgelegd, maar is niet geslaagd. UMG verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1 onderdeel a jo. 7:669 lid 3 onderdeel d (primair) of onderdeel h (subsidiair) BW.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat de taken die werkneemster heeft omschreven, kunnen worden gekwalificeerd als adviseren als bedoeld in de Wft. In ieder geval is de lijn tussen informeren en signaleren en adviseren bij de omschreven werkzaamheden in ieder geval zo dun, dat het – gelet op het risico dat UMG loopt waanneer wordt geadviseerd door iemand die niet aan de diploma-eisen van de Wft voldoet – gerechtvaardigd is met de intrede van deze Wft-verplichting van werkneemster te verlangen dat zij daaraan voldoet. Vast staat dat werkneemster niet aan de diplomavereisten van de Wft voldoet, hoewel zij daartoe voldoende gelegenheid heeft gekregen. Dit betekent niet dat werkneemster disfunctioneert, zij functioneert immers al vele jaren naar tevredenheid. Zij heeft alleen een wettelijk vereist diploma niet. De arbeidsovereenkomst zal dan ook niet op de d-grond worden ontbonden, wel op de h-grond. UMG heeft uitgebreid uiteengezet dat herplaatsing niet in de rede ligt en niet mogelijk is en dit heeft werkneemster niet betwist, zodat daarvan uit wordt gegaan. Naar het oordeel van de kantonrechter is er geen sprake van enige, laat staan ernstige, verwijtbaarheid van werkneemster. Op geen enkele wijze is onderbouwd dat zij het diploma niet heeft gehaald uit onwil in plaats van onkunde. Dit betekent dat de transitievergoeding zal worden toegekend.