Naar boven ↑

Rechtspraak

Gezondheidscentrum voor Asielzoekers B.V./werkneemster
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 10 mei 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:2008

Gezondheidscentrum voor Asielzoekers B.V./werkneemster

Aanhouding verzoek tot ontbinding arbeidsovereenkomst arbeidsongeschikte GGZ-consulent wegens verstoorde arbeidsrelatie. Werkneemster wordt in de gelegenheid gesteld een deskundigenoordeel aan te vragen, teneinde te beoordelen of en in hoeverre zij in staat is om te voldoen aan de haar opgelegde re-integratieverplichtingen.

Feiten

Werkneemster is op 1 juni 2014 in dienst getreden bij GCA in de functie van consulent GGZ 1e lijn. Op 7 september 2015 is werkneemster uitgevallen wegens ziekte. GCA verzoekt de arbeidsovereenkomst primair te ontbinden op grond van artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW. Aan dit verzoek legt GCA, kort samengevat, ten grondslag dat werkneemster onvoldoende meewerkt aan haar re-integratie en dat werkneemster zich ondanks waarschuwingen op ongepaste wijze uitlaat tegenover collega’s en derden. De arbeidsrelatie is daardoor zodanig verstoord geraakt dat van GCA niet gevergd kan worden het dienstverband nog langer voort te zetten. Werkneemster verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Zij voert daartoe aan dat het verzoek verband houdt met het opzegverbod tijdens ziekte.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat sprake is van een opzegverbod, omdat werkneemster ongeschikt is tot het verrichten van haar arbeid wegens ziekte. Partijen verschillen van mening over de vraag of het opzegverbod aan de ontbinding in de weg staat. De kantonrechter oordeelt als volgt. De psychische component in de gezondheidsproblemen van werkneemster komt in de rapporten van de bedrijfsarts, het UWV en Ergatis niet expliciet naar voren. Werkneemster heeft ook geen UWV-deskundigenoordeel overgelegd waaruit de psychische component van haar gezondheidsklachten in relatie tot haar (re-integratie)verplichtingen op grond van de arbeidsovereenkomst naar voren komen. Toch acht de kantonrechter het standpunt van werkneemster in deze niet op voorhand onaannemelijk gelet op het feit dat een officier van justitie in de loop van 2016 op basis van een geneeskundige verklaring een rechterlijke machtiging in het kader van de Wetboek bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ) heeft gevorderd. Ook in een aantekening van de huisarts en de rapportage van de arbeidsdeskundige van het UWV wordt verwezen naar somatische verschijnselen. Tegen deze achtergrond ligt het op de weg van werkneemster om de re-integratieadviezen van de bedrijfsarts aan het deskundigenoordeel van het UWV te onderwerpen, teneinde te beoordelen of en in hoeverre zij in staat is om, mede gelet op haar psychische gesteldheid, te voldoen aan de haar opgelegde re-integratieverplichtingen, waaronder ook het in acht nemen van normale gedrags- en omgangsnormen, het nakomen van afspraken en het volgen van de juiste medische behandeling. Gelet op het standpunt van werkneemster zal de kantonrechter haar in de gelegenheid stellen om alsnog een dergelijk deskundigenoordeel van het UWV aan te vragen. Iedere verdere beslissing zal in verband hiermee worden aangehouden.