Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Eazy Hair Holland B.V.
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 6 juni 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:2313

werkneemster/Eazy Hair Holland B.V.

Voor zieke salonleidster kapsalon is geen passende arbeid voorhanden, zodat de loondoorbetaling ten onrechte is stop gezet.

Feiten

Werkneemster is met ingang van 1 november 2009 werkzaam bij Eazy Hair, laatstelijk in de functie van salonleidster. Zij heeft zich met ingang van 13 december 2016 ziek gemeld. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat Eazy Hair ten onrechte met ingang van 24 april 2017 een loonstop heeft toegepast. Eazy Hair heeft zich ten onrechte op het standpunt gesteld dat werkneemster geweigerd heeft passende arbeid te verrichten. Voor haar is bij Eazy Hair geen passende arbeid beschikbaar, aldus werkneemster. Eazy Hair voert verweer.

Oordeel

Situatieve arbeidsongeschiktheid

Wat er zij van de stelling omtrent situatieve arbeidsongeschikt van werkneemster, Eazy Hair miskent dat sinds 1 april 2016 artikel 7:628 lid 1 BW in die zin is gewijzigd dat de werkgever ook indien de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, recht heeft op loonbetaling, behoudens voor zover hij de overeengekomen arbeid niet heeft verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen. De bewijslast dat van een dergelijke situatie sprake is berust niet op de werknemer doch op de werkgever. Eazy Hair heeft ter zake evenwel niets gesteld, zodat aan het verweer dat de loonvordering op de door Eazy Hair gestelde grond moet worden afgewezen, voorbij dient te worden gegaan.

Oordelen over passende arbeid

Op 7 april 2017 oordeelt de bedrijfsarts dat werkneemster niet meer terug kan naar deze werkomgeving en dat zij passend werk elders kan verrichten, alleen niet meer bij deze werkgever. Uit het verzekeringsgeneeskundig onderzoeksverslag blijkt dat de verzekeringsarts zich hierin kan vinden. De register-arbeidsdeskundige komt mede op grond daarvan tot de conclusie dat de door Eazy Hair aangeboden arbeid (functie hairstylist 2) niet passend is. Met betrekking tot de kritiek van Eazy Hair op het deskundigenoordeel overweegt de kantonrechter het volgende. Niet valt in te zien waarom de verzekeringsarts in dit geval overleg had moeten voeren met de bedrijfsarts nu de laatste zich in haar rapport van 18 april 2017 niet uitlaat over de vraag of het aangeboden werk passend is. Evenmin valt in te zien waarom aan het deskundigenoordeel geen betekenis mag worden gehecht nu dit oordeel één week na de aanvraag is gegeven. Eazy Hair onderbouwt haar stelling op dit punt ook geenszins. Het moge zo zijn dat X verzekeringsarts in opleiding is, voor de stelling dat hij onzorgvuldig onderzoek zou hebben gedaan ontbreekt voldoende grond nu uit het verzekeringsgeneeskundig onderzoeksverslag blijkt dat het sociaal-medisch oordeel is getoetst en akkoord bevonden door de verzekeringsarts Y. Er is onvoldoende grond te twijfelen aan de juistheid van vermelde rapporten en de conclusie dat werkneemster geen passende arbeid is aangeboden mede tegen de achtergrond van het doel van re-integratie. Het bovenstaande leidt tot de conclusie dat voor werkneemster geen passende arbeid aanwezig was bij Eazy Hair, zodat voorshands niet aannemelijk is geworden dat Eazy Hair goede gronden had de salarisbetaling aan werkneemster met ingang van 24 april 2017 te staken. De loonvordering wordt toegewezen.