Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 12 juni 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:5454
werkneemster/Wiertz Personeelsdiensten II B.V.
Feiten
Werkneemster heeft op grond van (soms met tussenpozen) elkaar opvolgende met Wiertz gesloten uitzendovereenkomsten werkzaamheden verricht sedert 4 december 2008 bij Nora Bakkerij B.V. De laatste tussen werkneemster en Wiertz gesloten uitzendovereenkomst is op 16 december 2016 geƫindigd. Op deze arbeidsovereenkomst is (door incorporatie) de cao voor uitzendkrachten van toepassing. Werkneemster stelt dat Wiertz een transitievergoeding aan haar verschuldigd is omdat Wiertz de laatste uitzendovereenkomst heeft opgezegd en de uitzendovereenkomsten sinds 4 december 2008 elkaar met tussenpozen van ten hoogste zes maanden opgevolgd hebben.
Oordeel
Wiertz betwist de arbeidsovereenkomst (in dit geval de uitzendovereenkomst) opgezegd te hebben. Dit verweer slaagt. Nergens blijkt immers uit dat Wiertz de uitzendovereenkomst opgezegd heeft en werkneemster heeft haar stelling op dit punt ook ter zitting niet verder onderbouwd. De kantonrechter is van oordeel dat is komen vast te staan dat Wiertz aan werkneemster heeft aangeboden aansluitend (na 16 december 2016) een nieuwe uitzendovereenkomst te sluiten. Werkneemster heeft dat aanbod niet willen aanvaarden omdat Wiertz niet kon of wilde garanderen dat werkneemster dan bij een opdrachtgever tegen (nagenoeg) dezelfde voorwaarden als bij Nora Bakkerij B.V. tewerkgesteld zou worden. Anders dan werkneemster veronderstelt was Wiertz daartoe niet gehouden. Werkneemster heeft voorts nog aangevoerd dat het voor haar niet mogelijk zou zijn om bij Nedcar te werken en dat zij niet via Wiertz maar door tussenkomst van een andere uitzendonderneming bij Nedcar zou worden geplaatst. Dit doet niet ter zake. Indien werkneemster de door Wiertz aangeboden uitzendovereenkomst had aanvaard, had het op de weg van Wiertz gelegen om werkneemster bij een opdrachtgever tewerk te stellen. Niet blijkt dat dit per se Nedcar zou zijn. Niet gezegd kan worden dat de uitzendovereenkomst na 16 december 2016 op initiatief van Wiertz niet is voortgezet. Het moet er juist voor gehouden worden dat de uitzendovereenkomst op initiatief van werkneemster niet is voortgezet. Hieruit volgt dat werkneemster geen recht heeft op een transitievergoeding, zodat haar verzoek zal worden afgewezen.