Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.
Hoge Raad, 30 juni 2017
ECLI:NL:HR:2017:1206
Met annotatie door mr. dr. G.W. van der Voet

Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.

Uitleg artikel 2 lid 5 Wmcz: kosten niet onredelijk.

Feiten

(Vervolg op AR 2016-1445.) In zijn beschikking van 16 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2890 heeft de Hoge Raad de beslissing over de proceskostenveroordeling aangehouden. De Biezenrijt c.s. hebben declaraties met bijbehorende specificaties van werkzaamheden overgelegd tot een beloop van in totaal € 58.462,58 (incl. btw). Lunet Zorg heeft gewezen op artikel 2 lid 5 Wmcz, dat bepaalt dat de kosten van het voeren van rechtsgedingen door de cliëntenraad slechts ten laste komen van de zorgaanbieder indien deze vooraf in kennis is gesteld van de te maken kosten. Die kosten komen ten laste van de algemene middelen. Lunet Zorg stelt met onder meer een beroep op de wetsgeschiedenis dat de zorgaanbieder op basis van die opgave moet kunnen komen tot een standpuntbepaling over het al dan niet voortzetten van het geding.

Oordeel

De Hoge Raad oordeelt als volgt.

Kosten rechtsbijstand cliëntenraad niet onredelijk (art. 2 lid 5 Wmcz)

De Biezenrijt c.s. hebben Lunet Zorg vooraf ervan in kennis gesteld dat zij kosten zouden maken voor het voeren van verweer in deze cassatieprocedure. Uit de door Lunet Zorg overgelegde stukken volgt dat De Biezenrijt c.s. bovendien de vermelde schatting gepresenteerd als een ‘eerste inschatting’ van deze kosten. Noch uit het e-mailbericht waarin deze schatting aan Lunet Zorg is meegedeeld, noch uit de overige door Lunet Zorg overgelegde correspondentie blijkt dat De Biezenrijt c.s. hebben beoogd zich met deze ‘eerste inschatting’ definitief vast te leggen. Uit die correspondentie volgt eerder het tegendeel. Door Lunet Zorg vooraf ervan in kennis te stellen dat zij kosten zouden maken voor het voeren van verweer in deze cassatieprocedure en door van die kosten een eerste schatting te geven, hebben De Biezenrijt c.s. voldaan aan de op hen rustende verplichting van artikel 2 lid 5 Wmcz. Het voorschrift van artikel 2 lid 5 Wmcz strekt ertoe te voorkomen dat een gebrek aan financiële middelen de cliëntenraad zou verhinderen zich tot de rechter te wenden (vgl. Kamerstukken II 1993/94, 23041, 16, p. 2). Met die strekking laat zich moeilijk verenigen dat een cliëntenraad in een procedure tegen de zorgaanbieder op voorhand wordt gebonden aan een voorlopige opgave van pas later blijkende werkelijke kosten. De door Lunet Zorg bepleite ‘buitengrens’ kan daarom niet worden aanvaard. Ter beoordeling staat dan ook of de door De Biezenrijt c.s. gemaakte kosten in redelijkheid zijn gemaakt en of deze een redelijke omvang hebben. Daarbij kan de Hoge Raad slechts beperkt treden in de wijze waarop advocaten in cassatie hun procesvoering inrichten. Het onderhavige geschil betreft een bijzondere en principiële materie, waarover op goede gronden verschillend kan worden gedacht en waarover weinig is geprocedeerd. Voorts is sprake geweest van een incidenteel beroep, dat betrekking had op een ander onderdeel van het geschil dan het principale beroep en tot daarvan te onderscheiden werkzaamheden noopte. In verband met een en ander kan niet op voorhand worden gezegd dat het inschakelen van twee cassatieadvocaten – dat in zijn algemeenheid al niet ongebruikelijk is – in dit geval onredelijk was. Of die dubbele bezetting heeft geleid tot een onredelijke toename van kosten kan bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal (zoals een indicatie van de door Lunet Zorg zelf gemaakte kosten) niet worden beoordeeld.

De rol in de cassatieprocedure van de advocaten uit de feitelijke instanties is blijkens de overgelegde specificaties bescheiden van omvang geweest (zij hebben onder meer contact onderhouden met de cliënten). In een cassatieprocedure is een dergelijke bijdrage van de advocaat of advocaten uit de feitelijke instanties in het algemeen niet onredelijk en dat is in dit geval niet anders. Met inachtneming van het voorgaande kan niet worden gezegd dat de door De Biezenrijt c.s. in cassatie gemaakte kosten onredelijk zijn. De slotsom luidt dat Lunet Zorg zal worden veroordeeld in de proceskosten ten bedrage van € 58.462,58 zoals door De Biezenrijt c.s. gespecificeerd, waarvan na aftrek van het betaalde voorschot nog een bedrag van € 40.321,58 (incl. btw) als te vergoeden resteert.

  • Instantie: Hoge Raad
  • ECLI: ECLI:NL:HR:2017:1206
  • Roepnaam: Stichting Lunet Zorg/LCVR De Biezenrijt c.s.
  • Zaaknummer: 15/02879
  • Nummer: AR-2017-0827
  • Advocaten: S.F. Sagel en J.P. Heering
  • Wetsartikelen: 2 lid 5 Wmcz
  • Onderwerpen: Overige (WOR)
  • Trefwoorden: Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen, kosten, juridische bijstand en redelijke kosten