Rechtspraak
werkneemster/ING Bank Personeel B.V.Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 26 juni 2017
werkneemster/ING Bank Personeel B.V.
Feiten
Werkneemster is in 1990 bij ING in dienst getreden. Zij is in 2008 arbeidsongeschikt geworden en de arbeidsovereenkomst is beëindigd per 1 februari 2017. Werkneemster verzoekt de kantonrechter te bepalen dat zij recht heeft op een transitievergoeding. ING voert aan dat werkneemster geen recht heeft op een transitievergoeding, omdat in de ING Bank-cao een aan de transitievergoeding gelijkwaardige voorziening is opgenomen.
Oordeel
De kantonrechter is van oordeel dat in artikel 6.4 van de ING Bank-cao een aan de transitievergoeding gelijkwaardige voorziening is opgenomen. ING betaalt op grond van de genoemde cao-bepaling immers na het einde van het dienstverband zowel het werkgevers- als het werknemersdeel van de pensioenpremie van werkneemster door zolang werkneemster arbeidsongeschikt is. ING heeft toegelicht dat de pensioenpremie in de richting gaat van een derde van het jaarsalaris. Nu de transitievergoeding die werkneemster vraagt ongeveer één jaarsalaris bedraagt, betaalt ING dus binnen vier jaar tijd een bedrag aan pensioenpremie ter hoogte van de transitievergoeding. De wet bepaalt niet dat de gelijkwaardige voorziening net als de transitievergoeding werkneemster meteen tot voordeel moet strekken. De kantonrechter wijst het verzoek af.