Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/X
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 14 juli 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:6829

werknemer/X

Er is enkel sprake van een ‘domme fout’ als gevolg van een menselijke vergissing. Vernietiging van het ontslag op staande voet. Het vertrouwen in de werknemer is als gevolg van het (meermaals) ‘verliezen’ van een groot bedrag contant geld duurzaam verstoord. Ontbinding arbeidsovereenkomst op basis van de g-grond.

Feiten

Werknemer is op 17 november 1997 bij X in dienst getreden en vervulde laatstelijk de functie van bezorger/bijrijder. Op 20 maart 2017 heeft werknemer een bedrag van € 2839 aan contant geld van klanten ontvangen. Zoals gebruikelijk wil werknemer aan het einde van zijn werkdag dat bedrag afstorten en hij plaatst het geldbedrag in de afstortmachine. Even later constateert werknemer dat hij vergeten is om op de afstortknop te drukken en keert hij direct weer terug naar de afstortmachine. Daar aangekomen geeft de machine echter een storing aan en is het geld weg. Op 22 maart 2017 wordt de afstortmachine geleegd. Het geld is door de machine niet geregistreerd en het bevindt zich evenmin in de machine. Op 5 april 2017 wordt werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer vordert de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen. Op haar beurt verzoekt de werkgever tot voorwaardelijke ontbinding op basis van de e- of g-grond.

Oordeel

Het verzoek tot vernietigen van het ontslag op staande voet

Ter zitting is vast komen te staan dat werknemer niet op de afstortknop heeft gedrukt. Werknemer heeft hierdoor een ernstige fout gemaakt. Dat sprake is van enig element van opzet, kwaadwillendheid of onverschilligheid is de kantonrechter tijdens de mondelinge behandeling echter niet gebleken. Het betreft een fout als gevolg van een menselijke vergissing. Dit laat zich naar het oordeel van de kantonrechter niet kwalificeren als het grovelijk veronachtzamen van plichten en levert derhalve geen objectieve of subjectieve grond voor een ontslag op staande voet op. Daarmee staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven.

Het zelfstandig verzoek tot (voorwaardelijke) ontbinding

Weliswaar heeft de kantonrechter geoordeeld dat sprake is van een menselijke fout maar die fout staat niet op zichzelf. Werknemer is in het verleden reeds eerder betrokken geweest bij verdwenen geld. Dit geld is weliswaar teruggevonden, maar ook toen heeft werknemer er blijk van gegeven niet altijd met de meeste zorgvuldigheid met contant geld om te gaan. Nu is zelfs een groot geldbedrag verdwenen, door toedoen van werknemer. De kantonrechter acht het aannemelijk dat het vertrouwen in werknemer daardoor is verloren. Ter zitting is gebleken dat dit vertrouwen aan de zijde van X niet meer kan worden hersteld wat mede is ingegeven door het feit dat werknemer, bij een voortduren van het dienstverband, wederom grote bedragen aan contant geld in ontvangst dient te nemen. Het ontbindingsverzoek van de werkgever wordt toegewezen op basis van de g-grond.