Rechtspraak
werknemer/werkgeverRechtbank Oost-Brabant, 14 juli 2017
werknemer/werkgever
Feiten
Werknemer is sinds 2 december 2012 bij werkgever in dienst. Op 18 april 2017 vernam werkgever dat werknemer was aangehouden nadat de moeder van een stagiaire aangifte tegen de werknemer had gedaan van onzedelijk handelen en misbruik maken van zijn positie. Werknemer is vervolgens op 20 april 2017 op non-actief gesteld. Die dag vernam werkgever dat werknemer in vrijheid gesteld zou worden op voorwaarde dat hij 90 dagen geen contact zou hebben met de stagiaire en zich niet op te houden aan het adres waar het bedrijf van werkgever gevestigd is. Nadat werknemer in vrijheid was gesteld op 8 mei 2017, heeft werknemer zich ziek gemeld. Werkgever heeft de loonbetaling van werknemer vanaf 21 april 2017 gestaakt. Werknemer vordert in kort geding doorbetaling van loon. Hieraan legt werknemer ten grondslag dat non-actiefstelling voor risico van de werkgever is en dat hij bovendien arbeidsongeschikt is.
Oordeel
De loonbetaling is gestaakt omdat werknemer niet kan komen werken als gevolg van een gedragsaanwijzing die hem door het Openbaar Ministerie gegeven is. Het komt de kantonrechter zeer aannemelijk voor dat de bodemrechter dit verweer van werkgever zal honoreren, omdat de verdenking van een strafbaar feit zich bevindt in de risicosfeer van de verdachte, werknemer. Dit geldt nog eens te meer omdat werknemer heeft nagelaten de gedragsaanwijzing door de rechter te laten toetsen. De omstandigheid dat werknemer inmiddels arbeidsongeschikt is, doet daar niet aan af. De vordering wordt daarom afgewezen.