Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Axenta B.V.
Rechtbank Limburg (Locatie Roermond), 19 september 2017
ECLI:NL:RBLIM:2017:9036

werknemer/Axenta B.V.

Verzoek tot termijnbetaling transitievergoeding afgewezen omdat niet is gebleken dat betaling in één som zou leiden tot onaanvaardbare gevolgen voor bedrijfsvoering werkgeefster. Verzoek tot uitkering niet-genoten vakantiedagen afgewezen.

Feiten

Werknemer is op 1 september 2010 bij Axenta B.V. (hierna: Axenta) in dienst getreden als verkoper/vertegenwoordiger tegen een brutosalaris van € 3.120,83 per maand, exclusief vakantietoeslag. Op 17 maart 2017 heeft het UWV een verzoek tot ontslagaanvraag gehonoreerd, ten gevolge waarvan de arbeidsovereenkomst met werknemer is geëindigd. In dit verband is Axenta op grond van artikel 7:673 lid 1 BW een transitievergoeding (ad € 7.302,4 bruto) aan werknemer verschuldigd. Een betalingsoverdracht heeft echter tot op heden niet plaatsgevonden. Werknemer verzoekt de kantonrechter Axenta te veroordelen tot (onder meer) betaling van de verschuldigde transitievergoeding, alsmede tot betaling van een uitkering voor zes niet-opgenomen vakantiedagen.

Oordeel

Transitievergoeding

De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in debat is dat Axenta de transitievergoeding van € 7.302,74 bruto verschuldigd is. Axenta heeft op zitting aangegeven dat zij vanwege liquiditeitsproblemen niet in staat is het nettobedrag van de transitievergoeding aan werknemer in één som uit te betalen. Werknemer is niet ingegaan op het door Axenta gedane voorstel om het bedrag in (vier) termijnen te voldoen. De kantonrechter oordeelt als volgt. De door Axenta gestelde betalingsonmacht is op geen enkele wijze nader onderbouwd. Zo geeft zij geen enkel inzicht in haar financiële positie en laat zij het bij de blote stelling dat de markt weliswaar op dit moment weer iets aantrekt, maar dat zij nog steeds niet in staat is de transitievergoeding in één keer aan werknemer te betalen. Daarnaast stelt de kantonrechter vast dat Axenta geen enkele poging heeft ondernomen om daadwerkelijk een aanvang te maken met de betaling. Voorts is niet gebleken dat betaling van de transitievergoeding in één som zou leiden tot onaanvaardbare gevolgen voor de bedrijfsvoering van Axenta, zodat de kantonrechter voorbijgaat aan de door Axenta voorgestelde termijnbetaling. Het verzoek tot betaling van de transitievergoeding aan werknemer wordt dan ook toegewezen.

Vakantiedagen

Werknemer stelt dat hij aanspraak kan maken op uitbetaling van zes vakantiedagen omdat deze ten onrechte niet zijn uitbetaald. In dit verband wijst hij erop dat hij op Belgische feestdagen heeft gewerkt en dat Axenta tussen en Kerst en Nieuwjaar geen verplichte bedrijfssluiting kende. Axenta heeft voornoemde stellingen nadrukkelijk betwist. Uit de door Axenta overgelegde verlofregistratie blijkt dat werknemer op de door hem gestelde dagen verlof heeft gehad. Daarnaast kan hieruit ook worden afgeleid dat tussen Kerst en Nieuwjaar werkzaamheden plaatsvinden. Het vorengaande rechtvaardigt dan ook de conclusie dat werknemer geen aanspraak kan maken op een vergoeding wegens niet-genoten vakantiedagen.