Rechtspraak
Hof van Justitie van de Europese Unie, 19 december 2019
ECLI:EU:C:2019:1128
Pensions-Sicherungs-Verein VVaG (PSV)/Bauer
Feiten
In december 2000 heeft de vroegere werkgever van Bauer hem een bedrijfspensioen in de zin van het Betriebsrentengesetz toegekend. Dit bedrijfspensioen bestond uit een maandelijkse pensioentoelage en een jaarlijkse eindejaarsuitkering, die door de vroegere werkgever rechtstreeks waren betaald, alsmede een pensioen dat op grond van het stelsel van de pensioenkassen was toegezegd op basis van de bijdragen van deze vroegere werkgever en dat werd betaald door de 'Pensionskasse für die Deutsche Wirtschaft' ('pensioenkas ten behoeve van de Duitse economie'; hierna: 'Pensionskasse'), een voor meerdere bedrijfstakken optredende instelling die werknemers aanspraken op haar pensioenuitkeringen toekent. In 2003 is de Pensionskasse in financiële moeilijkheden geraakt en heeft zij met toestemming van de federale autoriteit voor toezicht op financiële dienstverlening de pensioenuitkeringen verlaagd. De kortingen liepen op tot ruim 14%. De werkgever is begonnen met compensatie van de verlagingen. In 2012 is werkgever in staat van faillissement geraakt. PSV heeft de pensioenuitkering aan Bauer op zich genomen. PSV weigerde echter de doorgevoerde verlagingen van het door de Pensionskasse betaalde ouderdomspensioen te vergoeden, zodat laatstgenoemde een verlaagd ouderdomspensioen blijft betalen aan de betrokkene.
Oordeel
Het Hof van Justitie EU oordeelt als volgt.
Richtlijn heeft ook betrekking op pensioenuitkeringen via derden
Artikel 8 van Richtlijn 2008/94/EG moet worden uitgelegd dat het van toepassing is op een situatie waarin een werkgever die via een voor meerdere bedrijfstakken optredende instelling bedrijfspensioenuitkeringen verstrekt, wegens zijn insolventie niet kan instaan voor de vergoeding van verliezen ten gevolge van de verlaging van de door deze instelling betaalde uitkeringen, welke verlaging was toegestaan door de autoriteit voor toezicht op financiële dienstverlening, die prudentieel toezicht op die instelling uitoefent.
Compensatie bij dreiging onder Eurostat-minimum ondanks behoud minstens 50% toegezegd pensioen
Artikel 8 van Richtlijn 2008/94/EG moet zo worden uitgelegd dat een verlaging van de aan een gewezen werknemer betaalde bedrijfspensioenuitkeringen wegens de insolventie van zijn vroegere werkgever kennelijk onevenredig is, ofschoon de betrokkene minstens de helft van het bedrag van de uit zijn verworven rechten voortvloeiende uitkeringen ontvangt, wanneer deze gewezen werknemer reeds onder de door Eurostat voor de betrokken lidstaat vastgestelde armoederisicodrempel leeft of door deze verlaging onder die drempel zou komen te leven.
Richtlijn ook rechtstreekse werking jegens privaatrechtelijk orgaan dat staatstaak uitvoert
Artikel 8 van Richtlijn 2008/94/EG, dat in een verplichte minimumbescherming voorziet, kan rechtstreekse werking hebben, zodat het kan worden ingeroepen jegens een privaatrechtelijk orgaan dat door de staat is aangewezen als het waarborgorgaan voor bedrijfspensioenen bij insolventie van de werkgever, wanneer dit orgaan vanwege zijn taak en de omstandigheden waarin het die taak uitvoert, kan worden gelijkgesteld met de staat, voor zover de waarborgopdracht die het dient te vervullen zich daadwerkelijk uitstrekt tot de soorten ouderdomsuitkeringen waarvoor om de in artikel 8 bedoelde minimumbescherming wordt verzocht.