Naar boven ↑

Rechtspraak

S.I. Music Studio B.V./werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 24 december 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:11537
De betalingen die Buma/Stemra in het kader van de ‘Regeling Oudedagsvoorziening Auteurs’ aan werknemer heeft gedaan, zijn betalingen op basis van inkomsten uit auteursrechten. Die komen op grond van de arbeidsovereenkomst en de Auteurswet toe aan werkgever.

Feiten

Werknemer is op 1 november 2011 in dienst getreden bij SI Music. In de arbeidsovereenkomst is – kort gezegd – opgenomen dat alle (intellectuele-eigendoms)rechten eigendom zijn van werkgever. Geproduceerde werken dienen te worden aangemeld bij verschillende rechteninstanties. De daaruit voortvloeiende inkomsten komen voor rekening van SI Music. Op overtreding van de bepalingen staat een boete. De muziekwerken die werknemer heeft gemaakt in het kader van zijn dienstverband met SI Music zijn vanaf de aanvang van dat dienstverband niet onder de naam van SI Music aangemeld bij Buma/Stemra, maar onder zijn eigen naam. Buma/Stemra heeft in 2015, met terugwerkende kracht vanaf 2013, een zogenoemde Regeling Oudedagsvoorziening Auteurs (hierna: de ROA) in het leven geroepen. Vanaf februari 2016 heeft werknemer van Buma/Stemra betalingen ontvangen in verband met de ROA en de door Buma/Stemra genoemde oudedagsvoorziening. Buma/Stemra heeft in totaal € 193.785,09 aan werknemer betaald aan ‘oudedagsvoorziening’ over de jaren 2013 tot en met 2018. SI Music heeft werknemer gesommeerd om het door Buma/Stemra betaalde bedrag van € 193.785,09 aan haar (door) te betalen. Werknemer heeft dat niet gedaan. SI Music vordert dat de kantonrechter beveelt dat werknemer de arbeidsovereenkomst nakomt en dat werknemer wordt veroordeeld tot betaling van € 193.785,09, een boete van € 257.000 en de volledige kosten voor juridische bijstand.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat de ROA geen pensioenregeling of een bedrijfstakpensioen is in de zin van de Pensioenwet. Dat betekent dat de betalingen die Buma/Stemra in het kader van de ROA aan werknemer heeft gedaan, betalingen zijn op basis van inkomsten uit auteursrechten. De kantonrechter is van oordeel dat uit artikel 7.1 en artikel 7.6 van de arbeidsovereenkomst duidelijk volgt dat werknemer geen recht heeft op het door Buma/Stemra betaalde bedrag van € 193.785,09 en dat alleen SI Music daarop aanspraak heeft. Ook uit artikel 7 van de Auteurswet volgt dat het auteursrecht en de inkomsten daaruit toebehoren aan SI Music. De stelling van werknemer dat de strekking van artikel 7.6 van de arbeidsovereenkomst beperkt is en alleen ziet op primaire exploitatie-inkomsten, kan niet worden gevolgd. De tekst en strekking van artikel 7.6 van de arbeidsovereenkomst is duidelijk. Werknemer heeft overigens ook niet redelijkerwijs kunnen of mogen aannemen dat partijen hebben bedoeld af te spreken dat de betaling van Buma/Stemra van het bedrag van € 193.785,09 aan hem toekwam en niet aan SI Music, en van een gerechtvaardigd vertrouwen is in dat kader evenmin sprake. Dat Buma/Stemra de betalingen aan werknemer heeft bestempeld als oudedagsvoorziening kan er niet aan afdoen dat die betalingen voortvloeien uit inkomsten uit muziekauteursrechten en dus toekomen aan SI Music. Ook de stelling van werknemer dat SI Music geen feitelijke uitvoering zou geven aan het werkgeverschap en daarom geen aanspraak kan maken op het werkgeversauteursrecht, treft geen doel. Vast staat dat SI Music de werkgever is van werknemer. Het beroep van werknemer op de zogenoemde ‘reflexwerking van het auteurscontractenrecht’ gaat ook niet op. SI Music is in dit geval de maker van het werk als bedoeld in artikel 7 Auteurswet. Artikel 25d Auteurswet geldt hier dus niet. Het beroep van werknemer op de zorgplicht en informatieplicht van SI Music, en op dwaling, onvoorziene omstandigheden en de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid, gaat niet op.

Boete

Werknemer is een boete verschuldigd, omdat SI Music terecht stelt dat sprake is van overtreding van artikel 7 van de arbeidsovereenkomst. Volgens dat artikel komt het door Buma/Stemra betaalde bedrag van € 193.785,09 immers aan SI Music toe en niet aan werknemer, maar desondanks weigert werknemer dat bedrag door te betalen aan SI Music. De kantonrechter matigt de boete tot € 5.000.

Tegenvordering

Het gaat in de tegenvordering om de vraag of SI Music moet worden veroordeeld tot betaling van een bonus vanaf eind 2017. De bonus moet op basis van de arbeidsovereenkomst worden vastgesteld en berekend op basis van de brutowinst van SI Music. Werknemer heeft de door hem gestelde aanspraak kennelijk berekend op basis van de bruto-omzet op naam van werknemer. Die berekening is onjuist en vindt geen steun in de arbeidsovereenkomst, zodat deze niet kan worden gevolgd. De stelling van werknemer dat SI Music in het verleden, met name in 2014, 2015 en 2016, de bonus zelf ook heeft berekend op basis van de bruto-omzet op naam van werknemer, rechtvaardigt niet de conclusie dat sprake is van een verworven recht van werknemer en dat SI Music die berekening ook moet toepassen over het jaar 2017 en daarna. SI Music erkent dat zij nog een bonus moet betaling van € 2.452,47, zodat dit wordt toegewezen.