Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgever/FNV Waterbouw
Hoge Raad, 24 september 2021
ECLI:NL:HR:2021:1347
Uitleg-cao: werkgever mag verlofsaldi niet afschrijven alvorens over te gaan tot Wachtgeldregeling. Eerdere cao’s en staande praktijk in de branche relevant?

Feiten

Werkgever en FNV zijn partij bij de ‘Collectieve Arbeidsovereenkomst betreffende loon- en arbeidsvoorwaarden voor het personeel werkzaam in de waterbouw’ (hierna: de cao). De cao geldt voor de periode 1 april 2015 tot en met 31 maart 2018 en is algemeen verbindend verklaard voor een periode van twee jaar.  In deze cao is een zogenoemde Wachtgeldregeling opgenomen, inhoudende dat werknemers recht houden op 100% loon plus toeslagen voor de eerste vier weken indien er geen werk voorhanden is. Daarna wordt het loon conform de cao-regeling verlaagd. Naast de cao geldt een regeling van arbeidsvoorwaarden voor werknemers die buiten Nederland werkzaam zijn (hierna: de Buitenlandregeling). Het loon dat de werknemer onder de Buitenlandregeling verdient, is hoger dan dat onder de cao. In de Buitenlangregeling is bepaald dat de uitzendvoorwaarden vervallen ‘na de tewerkstelling in het buitenland en de opgebouwde verlofrechten’. Een werknemer bouwt voor elke kalenderdag in het buitenland en verlofdag op. In artikel 25.9 is bepaald dat de Wachtgeldregeling ingaat ‘aansluitend aan de buitenlandperiode en de werkgever niet aansluitend werk kan aanbieden’.  

Werkgever hanteert een beleid waarin de Wachtgeldregeling pas wordt toegepast wanneer er sprake is van een ‘leegloopsituatie’. Dat is volgens hem het geval wanneer er aan een werknemer structureel geen werk kan worden aangeboden. Na afloop van de uitzendperiode schrijft werkgever eerst af op de verlofsaldi van de werknemer, voordat de Wachtgeldregeling wordt toegepast. Het geschil betreft samengevat de rechtmatigheid van dit beleid van werkgever. FNV vordert onder meer werkgever te verbieden in een eerdere periode opgebouwde buitenlanddagen, de cao-verlofdagen en cursusdagen af te schrijven voorafgaand aan de toepassing van de Wachtgeldregeling. De kantonrechter heeft de vordering toegewezen. Het hof heeft dit oordeel bekrachtigd. 

Conclusie A-G (De Bock)

In cassatie wordt met een flink aantal klachten het oordeel van het hof bestreden. Een van de kernklachten is dat het hof is voorbijgegaan aan (a) de ongewijzigde tekst van de Wachtgeldregeling in eerder cao’s, (b) de staande praktijk in de branche (die uitleg van deze bepaling kleur geeft) en (c) als FNV die praktijk gewijzigd wenste te zien, een gewijzigde tekst voor de hand zou liggen. De A-G doet deze klachten voonamelijk af op onvoldoende (duidelijk) gesteld of onderbouwd in de appelinstantie, zodat het hof daar niets mee hoefde te doen. Ook het beroep op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid wordt afgewezen. 

Oordeel

De Hoge Raad oordeelt tot verwerping van het cassatieberoep onder verwijzing naar artikel 81 Wet RO.