Naar boven ↑

Rechtspraak

SGS Nederland B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 24 februari 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:1397
Geen overtreding van het concurrentiebeding dat bepaalt dat werknemer niet in Nederland in dienst mag treden bij een concurrent van werkgever, nu de concurrent waarbij werknemer in dienst is getreden in Belgiƫ is gevestigd. Het concurrentiebeding wordt wel gehandhaafd.

Feiten

Werknemer is op 1 februari 2005 in dienst getreden van SGS Nederland B.V. (hierna: SGS), onderdeel van een concern dat zich onder meer bezighoudt met (petro)chemische producten. Werknemer vervult sinds 2018 de functie van manager Customer Services en is sindsdien gebonden aan een concurrentiebeding dat bepaalt dat het werknemer niet is toegestaan om gedurende twaalf maanden na einde dienstverband in Nederland in dienst te treden van – kort gezegd – een concurrent van SGS. Medio augustus 2022 heeft werknemer bij zijn leidinggevende te kennen gegeven een commerciële functie op het gebied van chemie bij een concurrent van SGS (hierna: X) te willen vervullen. Eind augustus heeft werknemer zijn arbeidsovereenkomst tegen 1 oktober 2022 opgezegd. Per brief van 6 september heeft SGS werknemer gewezen op (de verplichtingen uit) zijn concurrentiebeding. Desalniettemin is werknemer op 1 oktober 2022 in dienst getreden bij X, een besloten vennootschap naar Belgisch recht en statutair gevestigd in Antwerpen, in de functie van commercial manager Chemicals EMEA. SGS eist in conventie onder meer een verklaring voor recht dat werknemer door en sinds zijn indiensttreding bij X in overtreding is van zijn concurrentiebeding en werknemer te gebieden het concurrentiebeding na te leven, resulterend in einde arbeidsovereenkomst met en werkzaamheden voor X. Werknemer voert daartegen verweer en stelt dat het op grond van het concurrentiebeding niet verboden is om bij een concurrent buiten Nederland in dienst te treden. In reconventie eist werknemer (gedeeltelijke) vernietiging van het concurrentiebeding wegens onbillijke benadeling.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat X kwalificeert als concurrent van SGS staat vast. In conventie is de vraag hoe het concurrentiebeding moet worden uitgelegd en meer specifiek welke betekenis moet worden toegekend aan de zinssnede ‘in Nederland in dienst te treden van’.  De Haviltex-maatstaf is van toepassing. Nu partijen niet hebben onderhandeld over de tekst of hebben gesproken over de inhoud en strekking van het concurrentiebeding, spelen de bewoordingen van het beding, bezien tegen de overige omstandigheden van het geval, een belangrijke rol. Een puur grammaticale uitleg van de geografische afbakening uit het concurrentiebeding brengt naar het oordeel van de kantonrechter met zich dat het werknemer niet is toegestaan om in dienst te treden van een concurrerende vennootschap die in Nederland is gevestigd. X is gevestigd in Antwerpen. Dat het de expliciete bedoeling van SGS is geweest om met het concurrentiebeding te bewerkstelligen dat werknemer bij een concurrent, ongeacht waar die is gevestigd, niet de Nederlandse markt zou bedienen, blijkt niet uit de tekst van het beding. De omstandigheid dat werknemer soms vanuit zijn huis in Nederland werkzaamheden verricht voor X, leidt tot slot ook niet tot overtreding van het beding. De kantonrechter oordeelt in conventie dat werknemer door zijn indiensttreding bij X de grenzen van het concurrentiebeding heeft opgezocht, maar dat hij daarmee niet het concurrentiebeding heeft overtreden. In reconventie oordeelt de kantonrechter dat werknemer, in verhouding tot het te beschermen belang van SGS, niet onbillijk wordt benadeeld. Werknemer beschikt over concurrentiegevoelige informatie (klanten, inhoud contracten, prijsafspraken) en SGS heeft derhalve belang bij handhaving van het concurrentiebeding. Dat werknemer in de nabije toekomst weer in Nederland wenst te kunnen werken vanwege de complicaties die hij ervaart als grensarbeider, acht de kantonrechter een zeer gering belang. De complicaties zijn niet geconcretiseerd en waren te voorzien toen werknemer besloot in dienst te treden van X. Zowel de vorderingen in conventie als in reconventie worden afgewezen.