Rechtspraak
Hof van Justitie van de Europese Unie, 4 mei 2023
ECLI:EU:C:2023:374
Feiten
Werknemers zijn werkzaam als ambtenaar in de functie van brandweerman. Voor particuliere werknemers geldt de regel dat zij zeven uur nachtarbeid in een periode van 24 uur mogen verrichten en dat bij eventueel meer uren een toeslag van 50% geldt. Voor de werknemers in kwestie geldt een regeling van het ministerie van Binnenlandse Zaken die stelt dat de normale duur van nachtarbeid daarentegen acht uur per tijdvak van 24 uur bedraagt. Voor hen geldt geen overwerktoeslag. De werknemers menen dat zij ongelijk worden behandeld ten opzichte van particuliere nachtwerkers.
Oordeel
Het Hof van Justitie EU oordeelt als volgt.
Arbeidstijdenrichtlijn geldt ook voor publieke brandweerdienst die nachtarbeid verricht
Het Hof heeft geoordeeld dat Richtlijn 2003/88/EG van toepassing is op de activiteiten van de brandweer, ook al worden deze activiteiten – ongeacht of zij brandbestrijding of andere hulpverlening tot doel hebben – uitgeoefend door interventieteams, voor zover zij onder normale omstandigheden overeenkomstig de aan de betrokken dienst opgedragen taak worden uitgeoefend en ook al zijn de interventies die met deze activiteiten zijn verbonden, naar hun aard niet te voorzien en kunnen de ingezette werknemers aan bepaalde gevaren voor hun veiligheid en/of gezondheid worden blootgesteld (HvJ EU 21 februari 2018, Matzak, C-518/15, ECLI:EU:C:2018:82, punt 27). Bijgevolg is Richtlijn 2003/88/EG van toepassing op de activiteiten van werknemers in de publieke sector – zoals brandweerlieden – die als nachtarbeiders worden beschouwd, voor zover deze activiteiten onder normale omstandigheden worden verricht. Het staat aan de verwijzende rechter om na te gaan of de activiteiten van verzoekers in de hoofdgedingen onder dergelijke omstandigheden worden verricht.
Gelijke behandeling nachtwerkers publieke sector versus particuliere sector
Artikel 12, onder b van Richtlijn 2003/88/G bepaalt dat nachtarbeiders en werknemers in ploegendienst voor de veiligheid en de gezondheid over passende beschermings- en preventiediensten of ‑voorzieningen beschikken die gelijkwaardig zijn aan die welke voor ‘andere werknemers’ gelden. Deze bepaling regelt niet de verhouding tussen nachtarbeiders in verschillende sectoren of gebieden, maar wel de verhouding tussen nachtarbeiders en werknemers die dagwerk verrichten ten aanzien van de beschermings- en preventiediensten of -voorzieningen waarover zij beschikken.
Algemene gelijkebehadelingstoets artikel 20 Handvest
Het Hof heeft geoordeeld dat, om te kunnen vaststellen of het beginsel van gelijke behandeling is geschonden, de vergelijkbaarheid van situaties niet algemeen en abstract moet worden beoordeeld krachtens artikel 20 van het Handvest, maar specifiek en concreet aan de hand van alle elementen waardoor die situaties worden gekenmerkt, en met name in het licht van het voorwerp en het doel van de nationale regeling die het betrokken onderscheid invoert en, eventueel, de beginselen en de doelstellingen van het gebied waarvan die nationale regeling deel uitmaakt (HvJ EU 24 februari 2022, Glavna direktsia ‘Pozharna bezopasnost i zashtita na naselenieto’, C-262/20, ECLI:EU:C:2022:117, punt 67).
Voorts blijkt uit de verzoeken om een prejudiciële beslissing weliswaar dat de werknemers in de publieke sector extra voordelen genieten ten opzichte van de werknemers in de particuliere sector, maar is niet duidelijk gemaakt of deze voordelen rechtstreeks verband houden met de aard van de nachtarbeid die wordt verricht door de werknemers in de publieke sector op wie de hoofdgedingen betrekking hebben – te weten de ambtenaren van de algemene directie brandweer en burgerbescherming van het ministerie van Binnenlandse Zaken – dan wel een ander doel hebben. Tevens moet worden opgemerkt dat de verwijzende rechter, voor het geval dat moet worden vastgesteld dat twee categorieën werknemers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden verschillend worden behandeld, niet heeft gepreciseerd welke doelstellingen eventueel worden nagestreefd door de nationale wettelijke regeling die een dergelijk verschil in behandeling invoert.
Het staat derhalve aan de verwijzende rechter om vast te stellen, ten eerste, of de betrokken categorieën werknemers zich in een vergelijkbare situatie bevinden, ten tweede, of er sprake is van een verschil in behandeling van deze categorieën en, ten derde, of dit verschil in behandeling berust op een objectief en redelijk criterium, dat wil zeggen of het verband houdt met een door de betrokken wettelijke regeling nagestreefd wettelijk toelaatbaar doel, en of dit verschil in behandeling in verhouding staat tot dat doel (zie in die zin Glavna direktsia, punt 80).
Conclusie
Uit een en ander volgt dat artikel 12 van Richtlijn 2003/88/EG, gelezen in het licht van artikel 20 van het Handvest, aldus moet worden uitgelegd dat het zich er niet tegen verzet dat de normale duur van de nachtarbeid, die in de wettelijke regeling van een lidstaat is vastgesteld op zeven uur voor werknemers in de particuliere sector, niet geldt voor werknemers in de publieke sector, zoals brandweerlieden, indien dat verschil in behandeling – voor zover de betrokken categorieën werknemers zich in een vergelijkbare situatie bevinden – is gebaseerd op een objectief en redelijk criterium, dat wil zeggen wanneer het verband houdt met een door deze wettelijke regeling nagestreefd wettelijk toelaatbaar doel, en dit verschil in verhouding staat tot dat doel.