Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer c.s./ Selecta Netherlands B.V.
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 23 mei 2023
ECLI:NL:GHDHA:2023:930
Werkgever had belang bij het zo veel mogelijk veiligstellen van zijn financiƫle positie tijdens de coronapandemie. Het belang van werknemer c.s. bij uitbetaling van de cao-loonsverhogingen moest daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wijken.

Feiten

Werknemer c.s. zijn werkzaam bij Selecta. In de van toepassing zijnde arbeidsvoorwaarden is bepaald dat de collectieve structurele salariswijzigingen die in de cao Werkgevers Technische Groothandel worden afgesproken, van toepassing zijn op de vaste brutomaandsalarissen. Tevens kennen de arbeidsvoorwaarden een eenzijdig wijzigingsbeding. Selecta heeft op 14 april 2020 – na instemming van de OR – aan haar werknemer medegedeeld dat zij onder andere heeft besloten tot het doorschuiven van de salarisverhogingen van 1 april 2020 en 1 oktober 2020 naar 1 januari 2021. Selecta heeft op 2 november 2020 de OR instemming gevraagd voor haar voorgenomen besluit over het annuleren van alle cao-loonsverhogingen zolang als de coronacrisis duurt en deze impact heeft op de financiële situatie van Selecta. Hierover zijn afspraken gemaakt en de genomen maatregelen heeft Selecta op 22 december 2020 aan haar medewerkers medegedeeld. Vanwege stabilisering van de omzet heeft Selecta de OR voorgesteld om de afspraken te wijzigen. Selecta is met de OR overeenkomen dat (i) de lonen per 1 juni 2022 met 5% worden verhoogd, (ii) de cao-verhogingen met ingang van 1 juli 2022 weer worden gevolgd, (iii) werknemers een tekenbonus krijgen van € 250 en (iv) de maatregelen alleen gelden voor werknemers die hiermee schriftelijk instemmen en afstand doen van hun eventuele aanspraak op loonsverhogingen over de voorliggende periode; voor de overige werknemers blijft de tweede maatregel gelden. Werknemer c.s. hebben niet met het aanbod ingestemd. In eerste aanleg hebben werknemer c.s. een verklaring voor recht gevorderd dat de doorgevoerde eenzijdige wijziging onrechtmatig is en veroordeling tot betaling van de (nog) verschuldigde loonsverhogingen gevorderd. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen. Werknemer c.s. komen tegen het vonnis in hoger beroep.

Oordeel

Werknemer c.s. zijn de cao-loonsverhogingen in de periode van 1 april 2020 tot 1 juni 2022 misgelopen. Selecta voert als belang voor deze wijziging aan dat zij door de coronapandemie en de daarmee gepaard gaande overheidsmaatregelen werd geconfronteerd met liquiditeitsproblemen en forse omzetdalingen en dat zij maatregelen moest nemen om haar financiële positie veilig te stellen. Uit de door Selecta verstrekte gegevens, die werknemer c.s. niet betwisten, kan worden opgemaakt dat in 2020 sprake was van een negatief bedrijfsresultaat en dat de omzet zowel in 2020 als in 2021 aanzienlijk lager was dan in 2019. Werknemer c.s. werpen tegen dat Selecta na het treffen van de eerste en tweede maatregelen ondanks haar slechte financiële situatie heeft geïnvesteerd. Zij betwisten echter vervolgens niet de stelling van Selecta dat investeren van belang is voor de continuïteit van de onderneming. Het betoog van werknemer c.s. dat de afdelingen planning en klantenservice met twaalf werknemers is komen te vervallen waardoor Selecta al aanzienlijk heeft kunnen besparen op de loonkosten, kan hen evenmin baten. Selecta stelt daartegenover dat de wijziging van de afdelingen planning en klantenservice was ingegeven door organisatorische redenen en niets te maken had met de coronacrisis. Daarnaast betwisten werknemer c.s. niet, althans onvoldoende, dat Selecta ook de nodige andere maatregelen heeft getroffen om uit de financiële problemen te blijven. Selecta heeft vervolgens maatregelen gedeeltelijk teruggedraaid voor werknemers die hebben ingestemd met haar aanbod van 5 mei 2022 om het loon per 1 juni 2022 te verhogen en met ingang van 1 juli 2022 de cao-verhogingen weer te volgen onder de voorwaarde dat wordt afgezien van eventuele aanspraken op loonsverhogingen over de voorliggende periode.
Het hof overweegt hierover het volgende. De reden voor het deels terugdraaien van de maatregelen is gelegen in de omstandigheid dat Selecta begin april 2022 voorzag dat in de maand mei 2022 voor de derde maand op een rij een omzet van minimaal 90% van de gemiddelde omzet in 2019 zou worden gehaald en dat er financiële ruimte bleek te zijn die niet was voorzien toen de maatregelen werden genomen. Anders dan werknemer c.s. menen, brengt deze omstandigheid niet mee dat van Selecta had mogen worden verwacht dat zij de maatregelen geheel zou terugdraaien. Niet, althans onvoldoende is in geschil dat Selecta mede door het nemen van maatregelen, waaronder het (uiteindelijk) annuleren van de loonsverhogingen, tijdens de coronacrisis haar hoofd boven water heeft weten te houden. Onder die omstandigheden was het aanbod van 5 mei 2022 naar het oordeel van het hof een alleszins redelijk aanbod. Het hof komt tot het oordeel dat Selecta voldoende feiten en omstandigheden stelt en onderbouwt, waaruit volgt dat zij belang had bij het zo veel mogelijk veilig stellen van haar financiële positie tijdens de coronapandemie. Dit vormde een zodanig zwaarwichtig belang dat het belang van werknemer c.s. bij uitbetaling van de cao-loonverhogingen daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid in dit geval moest wijken. Daarbij weegt ook mee dat de coronapandemie met haar gevolgen niet is aan te merken als een ‘normaal’ bedrijfsrisico, maar als een uitzonderlijke omstandigheid waarop Selecta als werkgever noch werknemer c.s. als werknemers invloed hadden en bovendien een zeer onvoorspelbaar verloop had. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter.