Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgeefster
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 21 december 2023
ECLI:NL:RBOVE:2023:5295
Werkgever heeft ten onrechte salaris ingehouden ter zake van studiekosten na beƫindiging arbeidsovereenkomst door werkneemster. Op grond van de Cao VVT dient functiegerichte scholing en scholing verplicht gesteld door de werkgever volledig te worden vergoed.

Feiten

Werkneemster werkt met ingang van 1 juli 2022 bij De Amanshoeve Zorgverlening B.V. in de functie van leerling-helpende zorg en welzijn op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (eerste schakel BBL-traject). Werkneemster heeft de arbeidsovereenkomst per 1 oktober 2023 opgezegd. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat aan de arbeidsovereenkomst een BBL-leer-werk-praktijkovereenkomst van het ROC Almelo is gekoppeld en dat als die praktijkovereenkomst voortijdig wordt beëindigd de arbeidsovereenkomst per dezelfde datum eindigt. Na het sluiten van de arbeidsovereenkomst hebben partijen een studiekostenovereenkomst gesloten. In artikel 3 is bepaald dat indien de beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt op initiatief van werkneemster binnen een jaar na het behalen van het diploma of het afsluiten of (tussentijds) beëindigen (op welke wijze dan ook) van de opleiding, werknemer 80% van de kosten van de opleiding aan De Amanshoeve zal terugbetalen. De Amanshoeve heeft bij de eindafrekening diverse bedragen ingehouden op het salaris ter zake van verrekening van studie- en opleidingskosten. Werkneemster vordert De Amanshoeve te veroordelen om het uit hoofde van de verrekening van de studiekosten ingehouden salaris te voldoen op grond van primair de nietigheid van het studiekostenbeding op grond van artikel 7:611a BW en subsidiair de verplichting uit de cao om deze scholing volledig te vergoeden. De Amanshoeve voert verweer.

Oordeel

Het spoedeisend belang is in deze zaak afdoende gebleken. De kantonrechter oordeelt dat het De Amanshoeve niet was toegestaan om salaris in te houden in verband met gemaakte studie- en opleidingskosten. Tussen partijen is niet in geschil dat de Cao VVT van toepassing is. In artikel 5.2 “Jouw scholing/ontwikkeling – per 1 juli 2022” van de Cao VVT is onder lid 3 opgenomen: “Functiegerichte scholing en scholing verplicht gesteld door je werkgever worden volledig vergoed in tijd en geld.” De kantonrechter overweegt dat tussen partijen vaststaat dat De Amanshoeve de opleiding die werkneemster volgde verplicht heeft gesteld. Daarmee wordt voldaan aan het criterium zoals is opgenomen in artikel 5.2 van de Cao VVT. Dit brengt met zich dat het De Amanshoeve niet was toegestaan om ter zake van studiekosten salaris in te houden. Volgens vaste rechtspraak geldt voor de uitleg van een bepaling van een cao voorts de zogeheten cao-norm. De kantonrechter overweegt dat de tekst van artikel 5.2 van de Cao VVT duidelijk is. In deze bepaling staat dat functiegerichte scholing en scholing verplicht gesteld door de werkgever volledig worden vergoed in tijd en geld. Het door werkneemster gevorderde zal daarom worden toegewezen waarbij de wettelijke verhoging zal worden vastgesteld op 25%. De vordering van werkneemster zal worden toegewezen op de subsidiaire grondslag zodat de primaire grondslag geen beoordeling meer behoeft.