Naar boven ↑

Rechtspraak

Kunstenbond en zzp-ers/Staat
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 18 december 2024
ECLI:NL:RBDHA:2024:21003
Staat heeft niet onrechtmatig gehandeld jegens zzp'ers in de kunstsector bij toepassing van coronasteunmaatregelen.

Feiten

Kunstenbond is een vakbond voor kunstenaars, cultuurmakers en andere werkenden in de culturele en creatieve sector. De individuele eisers zijn als zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) in die sector werkzaam. Eisers vinden dat de zzp’ers in de culturele en creatieve sector onevenredig hard getroffen zijn door de coronamaatregelen. Die maatregelen achten zij op zichzelf niet onrechtmatig. Zij verwijten de Staat dat deze de zzp’ers in de culturele en creatieve sector onvoldoende heeft gecompenseerd voor het onevenredige nadeel dat zij van de coronamaatregelen menen te hebben ondervonden. De Staat is het daar niet mee eens.

Oordeel

De rechtbank oordeelt als volgt. De rechtbank stelt voorop dat niet ter discussie staat dat de individuele eisers ieder voor zich (fors) nadeel, ook in financiële zin, hebben ondervonden van de coronamaatregelen die de Staat heeft getroffen. Daarmee is echter de aansprakelijkheid van de Staat voor die schade nog niet gegeven. Uitgangspunt van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is dat eenieder zijn eigen schade draagt. Op dit uitgangspunt geldt een uitzondering als de nadelige gevolgen van een in het algemeen belang getroffen overheidsmaatregel, die buiten het normale maatschappelijke of bedrijfsrisico valt, onevenredig zwaar drukken op een beperkte groep burgers. Dan moet die beperkte groep aanspraak kunnen maken op nadeelcompensatie. Maar “de zzp’ers in de culturele en creatieve sector” vormen geen beperkte groep: zij vormen getalsmatig en wat verscheidenheid betreft een veel te grote groep. Het verdelen van gemeenschapsgelden over grote groepen mensen in de samenleving is de taak van het kabinet en de wetgever. Daar gaat veelal een politiek debat aan vooraf en de gemaakte keuzes worden vastgelegd in democratisch tot stand gekomen wet- en regelgeving. Zo is dat ook gegaan bij de coronamaatregelen (met inbegrip van de steunmaatregelen). Het is niet aan de rechter om die maatregelen en de daarmee samenhangende verdeling van gemeenschapsgelden naar eigen inzicht te veranderen, ook niet als de toepassing van die wet- en regelgeving meebrengt dat bepaalde groepen in de samenleving daarvan (meer) nadeel ondervinden (dan andere). Bovendien hebben eisers niet aangetoond in vergelijking met wie of welke andere (referentie)groep de individuele eisers onevenredige schade lijden als gevolg van de coronamaatregelen die alle Nederlanders hebben geraakt. Wat is de relevante referentiegroep? Dat kan niet de “gemiddelde” Nederlander of de “gemiddelde” zzp’er zijn. Het verwijt dat eisers de Staat maken dat andere groepen in de samenleving meer steun hebben gehad dan de zzp’ers in de culturele en creatieve sector, acht de rechtbank ongegrond. Voor zover de Staat bij het verstrekken van steunpakketten onderscheid heeft gemaakt tussen verschillende groepen in dienstverband en werkzaam als zzp’er, geschiedde dat op objectief te rechtvaardigen gronden. De uitgangssituatie voor zzp’ers in de culturele en creatieve sector is wezenlijk anders dan die van werknemers. De rechtbank is van oordeel dat de Staat bij het nemen van steunmaatregelen op de bestaande verschillen tussen zzp’ers en werknemers in de culturele en creatieve sector heeft mogen voortborduren, waarbij van belang is dat de Staat ook oog heeft gehad voor de belangen van zzp’ers en bovendien steun op bijstandsniveau (als ondergrens) ook voor hen gegarandeerd was. Dat leidt ertoe dat de rechtbank alle vorderingen van eisers afwijst.

Strijdigheid met schending Eerste Protocol EVRM aan voorbijgegaan

De Staat heeft als verweer gevoerd dat het beroep van eisers op artikel 1 van het Eerste Protocol reeds daarom niet kan slagen, omdat potentiële (toekomstige) opdrachten en daarmee mogelijke inkomsten niet vallen onder het autonome eigendomsbegrip dat het Europese Hof voor de Rechten van de Mens hanteert bij de uitleg van deze bepaling. Omdat gemiste (onzekere) inkomsten niet onder de beschermende werking van artikel 1 van het Eerste Protocol vallen, wordt niet eens toegekomen aan de fair balance-toets waarop eisers doelen. Nu de zzp'ers niet op dit verweer hebben gereageerd, gaat de rechtbank aan deze stelling voorbij.