Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 23 oktober 2017
ECLI:NL:RBOVE:2017:4258

werkneemster/Stichting Zorggroep Oude en Nieuwe Land

Werkneemster heeft na ontslag op staande voet berust in het ontslag, maar stelt dat er geen sprake is geweest van dringende reden voor dat ontslag. De kantonrechter gaat hierin mee en wijst het verzoek om toekenning van de transitievergoeding, gefixeerde schadevergoeding en billijke vergoeding toe.

Feiten

Werkneemster is op 14 februari 2005 in dienst getreden bij ZONL. In de nachtdienst van 17 op 18 april 2017 heeft werkneemster een ernstig vervuilde bewoonster aangetroffen. Zij heeft van deze cliënt van ZONL een foto gemaakt, waarop niet het gezicht van de persoon was te zien, maar waarop wel de ontblote buik en schaamstreek, vervuild met feces, in beeld was gebracht. Werkneemster heeft deze foto per WhatsApp verstuurd naar een collega uit de voorafgaande dienst, waarbij zij aan deze collega schreef: ‘ik sta nu bij mw [A] zo zag mw haar voorkant er uit. van achteren geen ontlasting dit is een onacceptabele manier van verschonen zoals je zelf ook wel zal begrijpen. ZONL heeft op 20 april 2017 met werkneemster gesproken, waarbij zij op non-actief is gesteld. Vervolgens heeft zij werkneemster uitgenodigd voor een vervolggesprek op 26 april 2017, hetgeen door werkneemster is afgewezen. ZONL heeft werkneemster op 26 april 2017 op staande voet ontslagen. Werkneemster heeft verklaard te berusten in het ontslag. Haar verzoek beperkt zich thans tot toekenning van een billijke vergoeding, toekenning van een transitievergoeding, en betaling van de gefixeerde schadevergoeding.

Oordeel

Werkneemster was erg boos vanwege de situatie. Bij de beoordeling van het ontslag is ook van belang dat werkneemster onbetwist heeft gesteld dat het voor haar een zware nachtdienst was omdat meerdere bewoners op sterven lagen en het mede daardoor erg druk was. ZONL heeft het handelen van werkneemster aangemerkt als intimiderend jegens de cliënt en als het grovelijk veronachtzamen van haar plichten als werkneemster. Naar het oordeel van de kantonrechter is echter niet gebleken van intimidatie van werkneemster jegens de (dementerende) bewoonster. Gesteld noch gebleken is dat zij er toen of later zelfs maar iets van heeft gemerkt. De kantonrechter acht niet aannemelijk dat het de intentie van werkneemster was om de bewoonster te intimideren. Het ging werkneemster erom de wantoestand aan de orde te stellen. Daarmee had zij juist het belang van de kwetsbare bewoonster, die niet voor zichzelf kon opkomen, voor ogen. De kantonrechter stelt wel vast dat door het handelen van werkneemster, ondanks haar goede bedoelingen, de privacy van de bewoonster in geding is gekomen. Door de foto te versturen heeft werkneemster de macht over de foto uit handen gegeven, zodat de foto ook in verkeerde handen en/of bij een breder publiek terecht had kunnen komen, met wellicht negatieve gevolgen voor (ook) ZONL van dien. ZONL had echter een ander, veel lichter middel kunnen en behoren in te zetten om werkneemster terecht te wijzen. De kantonrechter komt derhalve tot de slotsom dat het handelen van werkneemster in de nachtdienst geen dringende reden oplevert om een ontslag met onmiddellijke ingang te rechtvaardigen. Dit betekent dat werkneemster terecht aanspraak maakt op de gefixeerde schadevergoeding en op de transitievergoeding. Tevens komt aan werkneemster in deze situatie het recht toe om op grond van artikel 7:681 BW om toekenning van een billijke vergoeding te vragen, zoals zij heeft gedaan. In het onderhavige geval lijkt niet aannemelijk dat de arbeidsovereenkomst nog lang zou hebben voortgeduurd. De kantonrechter gaat ervan uit dat de arbeidsovereenkomst tot 1 december 2017 zou hebben voortgeduurd. Aannemelijk is dat de arbeidsovereenkomst, indien het ontslag op staande voet was vernietigd, wegens verstoorde verhoudingen op verzoek van ZONL met ingang van deze datum zou zijn ontbonden. De billijke vergoeding wordt gesteld op € 15.511.