Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 4 januari 2018
ECLI:NL:RBAMS:2018:24
werknemer/Loyens & Loeff
Feiten
Werkneemster is sinds 1 oktober 2008 werkzaam bij Loyens & Loeff als secretaresse. Na een beoordelingsgesprek meldt zij zich op 29 november 2016 ziek. Op 15 december 2016 wordt zij door de bedrijfsarts volledig arbeidsongeschikt geacht. De bedrijfsarts adviseert partijen contact te onderhouden. Dit contact is in 2017 moeizaam verlopen. Vervolgens wordt besloten dat werkneemster driemaal twee uur per week haar werkzaamheden hervat. Gedurende dit proces meldt werkneemster zich meermaals ziek. Bij brief laat Loyens & Loeff weten dat zij de loonbetaling tijdens ziekte volledig zou staken indien werkneemster niet op 10 oktober 2017 zou komen. Dit omdat zij niet voldoet aan haar re-integratieverplichtingen. Op deze brief reageert werkneemster niet. Hierop wordt het loon met ingang van 10 oktober 2017 opgeschort. In een deskundigenoordeel heeft UWV laten weten dat werkneemster driemaal twee uur per week kon re-integreren en dat de aangeboden arbeid passend is. Vanaf 9 november 2017 hervat werkneemster haar werkzaamheden en worden de loonbetalingen hervat. Werkneemster vordert als voorziening veroordeling van Loyens & Loeff tot betaling van het loon over de periode 10 oktober tot en met 8 november 2017.
Oordeel
De kantonrechter overweegt dat de bedrijfsarts en UWV werkneemster in staat achtten gedurende driemaal twee uur per week passende arbeid te verrichten en dat het door Loyens & Loeff aangeboden werk passend was. Ook staat vast dat Loyens & Loeff in de bewuste periode niet heeft gere-integreerd. In beginsel verliest een werknemer die – zonder deugdelijke grond – niet meewerkt aan zijn re-integratie en de passende arbeid niet verricht het recht op loon. Dat geldt voor het volledige loon; niet alleen voor het gedeelte dat de werknemer diende te re-integreren. Dat kan anders worden indien werkgever er zelf debet aan is dat werknemer niet re-integreert, door bijvoorbeeld ongeoorloofde druk op werknemer uit te oefenen. In casu heeft werkneemster dit werkgever verweten, maar onvoldoende onderbouwd; er dient objectief sprake te zijn van ongeoorloofd gedrag van werkgever. Loyens & Loeff had het recht de loonbetaling te staken.