Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting X
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 25 september 2017
ECLI:NL:GHARL:2017:9643

werknemer/Stichting X

Geen sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Verzoek herstel arbeidsovereenkomst afgewezen, nu er inmiddels geruime tijd is verstreken na de non-actiefstelling en de toon van het debat tussen partijen is verhard. Billijke vergoeding toegekend.

Feiten

Stichting X is een interkerkelijke zendingsorganisatie die zich richt op kinderen en jongeren wereldwijd. Werknemer is vanaf 1995 betrokken bij de Stichting, eerst als bestuurslid en vanaf 1 april 2007 als directeur. Nadat er tussen werknemer en de nieuw aangestelde fondsenwerver problemen zijn ontstaan, hebben de Stichting en werknemer een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarin de functie van werknemer werd gewijzigd in missionair directeur en hij akkoord ging met het gegeven dat hij onder het gezag van de algemeen directeur staat. Volgens de Stichting heeft werknemer zich niet gehouden aan de in de vaststellingsovereenkomst gemaakte afspraken en is er (opnieuw) een onwerkbare situatie ontstaan. De Stichting heeft vervolgens een ontbindingsverzoek ingediend op grond van een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter heeft uit een passage uit het verweerschrift en een uitlating van werknemer op de zitting afgeleid dat partijen niets meer verwachten van een vruchtbare samenwerking en geoordeeld dat er sprake is van een voldragen g-grond. Tegen dit vonnis komt werknemer in hoger beroep. Werknemer stelt in hoger beroep dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ten onrechte heeft ontbonden. De door de rechtbank aangehaalde passage uit het verweerschrift in eerste aanleg dient gelezen te worden in de context daarvan. Werknemer verzoekt het hof de arbeidsovereenkomst te herstellen.

Oordeel

Verstoorde arbeidsverhouding

Het hof is van oordeel dat uit de door de kantonrechter aangehaalde passage uit het verweerschrift en werknemers uitlating ter zitting niet kan worden geconcludeerd dat sprake is van een voldragen g-grond, nu beide partijen niets meer verwachten van een vruchtbare samenwerking. De geciteerde passage dient gelezen te worden in de context van het gehele verweerschrift. In dat verweerschrift geeft werknemer een andere lezing van de door de Stichting bij inleidend verzoekschrift geschetste feiten en stelt hij zich uitdrukkelijk op het standpunt dat er geen grondslag is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een verstoorde arbeidsrelatie. Uit de uitlating van werknemer ter zitting volgt niet dat werknemer dat standpunt heeft verlaten. Er kan niet worden geconcludeerd dat ten tijde van de zitting bij de kantonrechter sprake was van een ernstige én duurzame verstoring van de arbeidsverhouding. Het hof constateert dat er na de vaststellingsovereenkomst slechts twee maanden zijn verstreken, alvorens de Stichting werknemer (opnieuw) op non-actief stelde en besloot de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Het hof beoordeelt deze periode, bezien tegen de achtergrond van het lange dienstverband en de persoonlijke omstandigheden van werknemer, te kort om te kunnen concluderen dat op dat moment reeds sprake was van een onherstelbaar en ernstig verstoorde arbeidsverhouding.

Herstel

Het hof oordeelt het verzoek tot herstel niet toewijsbaar. Er is inmiddels een geruime tijd verstreken na de non-actiefstelling. De Stichting is een zeer kleine organisatie en is na een intensieve betrokkenheid van werknemer gedurende 22 jaar zonder hem verder gegaan. Bovendien heeft de toon van het debat tussen partijen zich inmiddels verhard en maken partijen elkaar over en weer forse verwijten. Onder deze omstandigheden acht het hof geen herplaatsingsmogelijkheid voor werknemer en komt het hof tot een vervangende billijke vergoeding. Het hof gaat ervan uit dat de arbeidsovereenkomst ongeveer zes maanden later zou zijn geëindigd en stelt het bedrag van de billijke vergoeding vast op € 45.000 bruto.