Naar boven ↑

Rechtspraak

Stage Entertainment Nederland Producties B.V./werknemer
Rechtbank Den Haag (Locatie 's-Gravenhage), 1 maart 2018
ECLI:NL:RBDHA:2018:2361

Stage Entertainment Nederland Producties B.V./werknemer

Dat werknemer in de musicalbranche wordt afgewezen bij audities omdat hij te jazzy oogt en niet voldoende groove heeft, leidt tot een verstoorde arbeidsverhouding met werkgever. Toekenning billijke vergoeding € 50.000 in verband met ernstig verwijtbaar handelen van werkgever.

Feiten

Op 14 maart 2016 en 29 april 2017 heeft werknemer op verzoek van werkgever geauditeerd voor de Disney-productie The Lion King, die voor het seizoen 2017/2018 gepland stond. Werknemer is geen van beide keren geselecteerd door de bij de auditie aanwezige Musical Supervisor van Disney. Op 9 maart 2017 heeft werknemer geauditeerd voor de musicalproductie On Your Feet, gebaseerd op het leven en de carrière van Gloria Estefan en haar echtgenoot. De Musical Supervisor van Estefan Estate, die aanwezig was bij de auditie, heeft werknemer niet geschikt bevonden. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) heeft bij besluit van 24 juli 2017 geweigerd om aan de werkgever toestemming te geven voor opzegging van de arbeidsovereenkomst tussen partijen op grond van bedrijfseconomische omstandigheden. Werknemer is sinds 7 september 2017 arbeidsongeschikt. De werkgever verzoekt de arbeidsovereenkomst met de werknemer te ontbinden. De werknemer verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen.

Oordeel

De werkgever heeft aan het verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten grondslag gelegd dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Naar het oordeel van de kantonrechter leveren de door de werkgever in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden een redelijke grond voor ontbinding op, zoals bedoeld in artikel 7:669 lid 3 onderdeel g BW. Vaststaat dat werknemer het vertrouwen in de objectiviteit van de audities heeft verloren en dat auditeren een vast onderdeel is van de procedure om in aanmerking te komen voor een plek bij een productie. Nu werkgever, ondanks mediation, die gedachte omtrent de objectiviteit bij werknemer niet heeft kunnen wegnemen en het doen van audities de enige mogelijkheid is om in aanmerking te komen voor een plek bij een productie, is er naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een verstoorde verhouding op grond waarvan van werkgever in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst zal dan ook worden ontbonden met ingang van 1 april 2018 met toekenning van de transitievergoeding. De kantonrechter ziet voorts aanleiding om aan de werknemer een billijke vergoeding toe te kennen. Niet gesteld of anderszins gebleken is dat werknemer vaktechnisch niet over de benodigde vaardigheden beschikt om deel te kunnen nemen aan door werkgever geproduceerde producties; hij heeft dat immers al eerder gedaan. Op zichzelf staat het werkgever vrij op basis van audities medewerkers te selecteren voor een productie. De wijze waarop dient echter zodanig te zijn dat het resultaat van een auditie op bepaalde wijze meetbaar is en dat terugkoppeling en vergelijking mogelijk is van de gemeten factoren. Deze manier van selecteren met daarin een subjectieve beoordeling (zeker als deze zeer summier is zoals in de onderhavige zaak), ontneemt aan werknemer de mogelijkheid zich daarop voor te bereiden en/of indien nodig te verbeteren, hetgeen hem in een nadelige en onwenselijke positie brengt. Het is niet onbegrijpelijk dat het werknemer gekwetst en teleurgesteld heeft dat zijn muziekspel na de auditie werd afgedaan met een enkel woord als 'jazzy' en geen 'groove'. Werknemer had na de audities, gelet op zijn lange dienstverband en goede staat van dienst niet op deze wijze mogen worden 'afgeserveerd'. Dit acht de kantonrechter ernstig verwijtbaar aan werkgever. Uitgaande van het voorgaande zal de kantonrechter de billijke vergoeding vaststellen op een bedrag van bruto € 50.000. Daarbij neemt de kantonrechter de leeftijd van werknemer in aanmerking, diens financiële situatie, de hoogte van het laatst verdiende salaris en de omstandigheid dat werkgever, zo is door haar niet weersproken, een monopoliepositie bezit in de musicalsector, waardoor de kansen van werknemer op een baan in die sector beduidend lager zijn.