Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 28 februari 2018
ECLI:NL:RBNHO:2018:1727
Stichting Agora/werknemer
Feiten
De Stichting verzoekt de arbeidsovereenkomst met werknemer te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, BW. Aan dit verzoek legt De Stichting ten grondslag dat sprake is van – kort gezegd – ongeschiktheid van werknemer tot het verrichten van de bedongen arbeid, anders dan ten gevolge van ziekte of gebreken. Herplaatsing is niet meer mogelijk. Werknemer heeft erkend dat hij niet meer in staat is om op de juiste wijze invulling en uitvoering aan zijn functie te geven en dat hij ongeschikt is voor zijn functie. Ook werknemer ziet geen mogelijkheden meer voor herplaatsing.
Oordeel
Nu werknemer heeft erkend dat hij ongeschikt is voor zijn functie, partijen het er over eens zijn dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet reëel is en herplaatsing van werknemer niet meer mogelijk moet worden geacht, zal de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een opzegtermijn van drie maanden. Daarvan uitgaande zal de arbeidsovereenkomst met toepassing van artikel 7:671b lid 8, onderdeel a, BW worden ontbonden met ingang van 1 juni 2018. Nu aan de ontbinding geen vergoeding wordt verbonden, hoeft De Stichting geen gelegenheid te krijgen het verzoek in te trekken.